Terug
Gepubliceerd op 27/11/2019

2019_GR_00177 - subsidiereglement rationeel energiegebruik - wijziging - goedkeuring

gemeenteraad
di 26/11/2019 - 21:00 raadzaal MM4
Opgeheven
Dit besluit werd opgeheven

Opgeheven in de gemeenteraadszitting van 23 mei 2023.

Samenstelling

Aanwezig

Jan Claus, voorzitter; Erik Broeckx, burgemeester; Koen Dehaen, schepen; Steve D'Hulster, schepen; Goele Custers, schepen; Livia Moreau, schepen; Ilse Lacante, schepen; Gitta Vanpeborgh, voorzitter BCSD-schepen; Mark Schampaert, raadslid; Ingrid Pira, raadslid; Walter Duré, raadslid; Naranjo Decamps, raadslid; Peter Mous, raadslid; Michiel Hubeau, raadslid; Sara Waelbers, raadslid; Sven Cooremans, raadslid; Nadia Saouti, raadslid; Jan Blommaert, raadslid; Yannick Van den Broeck, raadslid; Vera De Hert, raadslid; Jitse Born, raadslid; Amarildo Vllazeria, raadslid; Michiel Tisson, raadslid; Luc Van Grieken, raadslid; Patrick Hapers, raadslid; Peter Smol, raadslid; Eddy Cloostermans, raadslid; Carine Vantournhout, raadslid; Sophie Hermans, algemeen directeur

Afwezig

Peter De Roover, raadslid

Secretaris

Sophie Hermans, algemeen directeur

Voorzitter

Jan Claus, voorzitter

Stemming op het agendapunt

2019_GR_00177 - subsidiereglement rationeel energiegebruik - wijziging - goedkeuring

Aanwezig

Jan Claus, Erik Broeckx, Koen Dehaen, Steve D'Hulster, Goele Custers, Livia Moreau, Ilse Lacante, Gitta Vanpeborgh, Mark Schampaert, Ingrid Pira, Walter Duré, Naranjo Decamps, Peter Mous, Michiel Hubeau, Sara Waelbers, Sven Cooremans, Nadia Saouti, Jan Blommaert, Yannick Van den Broeck, Vera De Hert, Jitse Born, Amarildo Vllazeria, Michiel Tisson, Luc Van Grieken, Patrick Hapers, Peter Smol, Eddy Cloostermans, Carine Vantournhout, Sophie Hermans
Stemmen voor 28
Erik Broeckx, Gitta Vanpeborgh, Goele Custers, Ilse Lacante, Ingrid Pira, Koen Dehaen, Mark Schampaert, Naranjo Decamps, Peter Mous, Peter Smol, Sara Waelbers, Steve D'Hulster, Vera De Hert, Walter Duré, Michiel Hubeau, Michiel Tisson, Sven Cooremans, Nadia Saouti, Jan Blommaert, Jitse Born, Yannick Van den Broeck, Livia Moreau, Amarildo Vllazeria, Luc Van Grieken, Patrick Hapers, Eddy Cloostermans, Carine Vantournhout, Jan Claus
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2019_GR_00177 - subsidiereglement rationeel energiegebruik - wijziging - goedkeuring 2019_GR_00177 - subsidiereglement rationeel energiegebruik - wijziging - goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

In kader van de projecten Klimaatneutraal 2020 (eigen organisatie) en het Burgemeestersconvenant (volledig grondgebied) werd het  energie- en klimaatactieplan voor Mortsel goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 januari 2016. 

De stad onderneemt al jaren acties om het energieverbruik van de inwoners en andere doelgroepen te beperken en hen aan te moedigen te investeren in hernieuwbare energie, duurzame mobiliteit en andere aspecten van duurzame ontwikkeling die bijdragen tot een verlaging van de CO2-uitstoot. Tegen 2020 wil de stad minstens 20% minder CO2 uitstoten op zijn grondgebied en als organisatie klimaatneutraal worden.

De stad gaat zich engageren in de Burgemeesterscovenant 2030 en de uitstoot met 40% reduceren tegen 2030.

De stad engageert zich in de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) 2030 van de Verenigde Naties. Het subsidiereglement rationeel energieverbruik is een instrument om verschillende doelstellingen te behalen:

  • SDG 7 – Verzeker toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie voor iedereen
  • SDG 10 - Dring ongelijkheid in en tussen landen terug
  • SDG 11 - Maak steden en menselijke nederzettingen inclusief, veilig, veerkrachtig en duurzaam
  • SDG 13 - Neem dringend actie om klimaatverandering en haar impact te bestrijden

Het subsidiereglement kan ook rekening houden met de socio-economische status. Minder kapitaalkrachtige inwoners wonen in vaak minder goed geïsoleerde woningen. De energiewinst is bij mensen met dat profiel het grootst. Tegelijkertijd is de financiële drempel te hoog. Hierdoor dragen minder kapitaalkrachtige inwoners bij aan de financiering van de subsidies zonder de voordelen ervan te ontvangen. Om dit te remediëren, kunnen de subsidies voor beschermde afnemers verhoogd worden.

Een aanpassing van het subsidiereglement maakt het mogelijk om enkel nog subsidies met een groot effect te behouden. Er wordt voorgesteld om de subsidie dakisolatie aan te passen (afschaffen vanaf 2020, uitgezonderd woningen met renovatie-audit) en als onderdeel van een totaalrenovatie en de subsidies zonneboiler te verhogen. Verschillende nieuwe subsidies worden voorgesteld:

  • een buiten- of  spouwmuurisolatiesubsidie, samen met Fluvius
  • een vloer- en kelderisolatiesubsidie, samen met Fluvius.
  • een warmtepompsubsidie.
overzicht wijzigingen

 subsidie

2014 (huidige voorwaarden)

voorwaarden vanaf 2020

 dak- of
 zoldervloerisolatie

R-waarde >= 4,5
(vb. 18 cm rotswol)
-> 6 euro/m² (max. 600 euro)

indien nagroeibare materialen:
-> 8 euro/m² (max. 800 euro)

0 euro
Uitgezonderd woningen na een renovatie-audit en als onderdeel van een totaalrenovatie

-> 6 euro/m² (max. 600 euro)
-> 8 euro/m² (max. 800 euro) indien nagroeibare materialen of beschermde afnemer

-> Te voldoen aan de algemene en technische voorwaarden

 zonneboiler

250 euro

-> 500 euro
-> 750 euro voor beschermde afnemers

-> Te voldoen aan de algemene en technische voorwaarden

 buiten- of
 spouwmuurisolatie

0 euro

aan binnenkant v/d buitenmuur:
-> 15 euro/m²
-> 22,5 euro/m² indien nagroeibare materialen of voor beschermde afnemers

aan buitenkant v/d buitenmuur:
-> 15 euro/m²
-> 22,5 euro/m² indien nagroeibare materialen of voor beschermde afnemers

in de spouwmuur:
-> 5 euro/m²
-> 9 euro/m² indien nagroeibare materialen of voor beschermde afnemers

-> Te voldoen aan de algemene en technische voorwaarden

 vloer- en
 kelderisolatie

0 euro

-> 6 euro/m² (max. 600 euro)
-> 9 euro/m² indien nagroeibare materialen of voor beschermde afnemers (max. 900 euro)

-> Te voldoen aan de algemene en technische voorwaarden

 warmtepomp

0 euro

10% van de kostrprijs (inclusief BTW en plaatsing)
Maximum:
-> geothermische warmtepomp: 1000 euro
-> lucht-waterwarmtepomp: 375 euro
-> hybride lucht-waterwarmtepomp: 200 euro
-> lucht-luchtwarmtepomp: 75 euro

Voor beschermde afnemers, op CO2 gebaseerde warmtepompen of eigenaren van PV-panelen 12% van de kostprijs (inclusief BTW en plaatsing)
Maximum:
-> geothermische warmtepomp: 1200 euro
-> lucht-waterwarmtepomp: 450 euro
-> hybride lucht-waterwarmtepomp: 240 euro
-> lucht-luchtwarmtepomp: 90 euro
+25% voor combi-warmtepompen

-> Te voldoen aan de algemene en technische voorwaarden

 

Beschikbaar cijfermateriaal dakisolatie- en zonneboilerpremies tot mei 2019.

 

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

 dakisolatie

2

7

18

12

25

34

35

107

132

 zonneboiler

6

3

4

2

4

1

5

6

10

 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

mei 2019

 dakisolatie

234

141

72

70

108

203

258

211

60

 zonneboiler

10

8

25

9

14

9

7

4

4

Subsidie dak- of zoldervloerisolatie

Het is niet opportuun om na 2020 een verplichting te subsidiëren, uitgezonderd als na een renovatieaudit blijkt dat dak- of zoldervloerisolatie noodzakelijk is en als onderdeel van een totaalrenovatie. Bij een totaalrenovatie dienen minstens drie energiebesparende maatregelen geïmplementeerd worden zodat dit een sterke prikkel geeft om de woning te verduurzamen.

In de Burgemeesterscovenant 2020 werd als doelstelling genomen dat 20% van de huishoudens of omgerekend 2155 woningen dakisolatie gaan plaatsen. Op basis van cijfers van Fluvius hebben 2243 woningen tussen 2011 en 2018 dakisolatie geplaatst. Mortsel heeft 1357 premies van 2011 tot 31 mei 2019 uitgereikt. Die doelstelling is gehaald, waardoor de noodzaak voor deze premie verdwijnt.

De verhoogde subsidie bij nagroeibare materialen wordt behouden. Dezelfde verhoging geldt ook voor beschermde afnemers.

De technische voorwaarden worden overgenomen van de technische voorwaarden van Fluvius voor facturen van 2019.

Subsidie zonneboiler

De subsidie wordt behouden. Deze hernieuwbare energietechniek verdient blijvende ondersteuning om tot aanvaardbare terugverdientijden te komen. Er zijn weinig aanvragen omdat er soms zware aanpassingen aan de woning nodig zijn.

In de Burgemeesterscovenant 2020 werd als doelstelling genomen dat 250 zonneboilers worden geplaatst. Op basis van de cijfers van Fluvius (2012 tot 2018) zijn er 82 zonneboilers geplaatst. Mortsel heeft over dezelfde periode eveneens 82 premies uitgereikt (90 op 31 mei 2019). Om de doelstelling te halen, dient deze subsidie verhoogd te worden.

Voor beschermde afnemers wordt de premie met 50% verhoogd.

De technische voorwaarden worden overgenomen van de technische voorwaarden van Fluvius voor facturen van 2019. Voor consistentie hebben de technische voorwaarden van Fluvius voorrang op de technische voorwaarden van dit reglement. De toekenning van de premie blijft onverminderd van toepassing, ongeacht afschaffing van de premie door Fluvius. Indien deze wordt afgeschaft, dan is de voorwaarde van de totaalrenovatie idem als de dak- of zoldervloerisolatie van toepassing.

Subsidie buiten- en spouwmuurisolatie en vloer- en kelderisolatie

In de Burgemeesterscovenant 2020 werd als doelstelling genomen dat 20% van de huishoudens of omgerekend 2155 woningen muurisolatie gaan plaatsen. Op basis van cijfers van Fluvius (van 2012 tot 2018) hebben slechts 522 woningen dit al gedaan. Voor vloer- en kelderisolatie is dit nog minder: 155. Om deze doelstelling te halen is een extra financiële stimulus vanuit de stad nodig.

De subsidie wordt met 50% verhoogd bij gebruik van nagroeibare materialen of voor beschermde afnemers. Voor spouwmuurisolatie wordt de verhoging van Fluvius overgenomen voor consistentie.

De technische voorwaarden worden overgenomen van de technische voorwaarden van Fluvius voor facturen van 2019. Voor consistentie hebben de technische voorwaarden van Fluvius voorrang op de technische voorwaarden van dit reglement. De toekenning van de premie blijft onverminderd van toepassing, ongeacht afschaffing van de premie door Fluvius. Indien deze wordt afgeschaft, dan is de voorwaarde van de totaalrenovatie idem als de dak- of zoldervloerisolatie van toepassing.

Subsidie warmtepomp

In de Burgemeesterscovenant 2020 werd als doelstelling genomen dat 100 warmtepompen worden geplaatst. Op basis van de cijfers van Fluvius (van 2011 tot 2018) zijn er in Mortsel 11 warmtepompen geplaatst. Om deze doelstelling te halen is een extra financiële stimulus vanuit de stad nodig.

Een warmtepomp haalt energie uit je omgeving (lucht, water of bodem) en geeft die dan af aan de woning. Een warmtepomp haalt 70% tot 80% van haar energie uit de omgeving, met als gevolg een minimale CO2-uitstoot of zelfs geen (als de overige elektriciteit geleverd wordt door zonnepanelen). Heden geeft Fluvius een premie voor maximaal 40% (48% voor beschermde afnemers) van de kosten.

Afhankelijk van het type warmtepomp kan de plaatsingskost oplopen van enkele honderden tot duizenden euro’s. Dit maakt dat er een grote drempel is voor consumenten om deze te plaatsten. Daarom zal Mortsel om bovenop de premies van Fluvius maximaal 25% extra premie uitkeren:

  1. geothermische warmtepomp: Fluvius 4000 euro -> Mortsel 1000 euro
  2. lucht-waterwarmtepomp: Fluvius 1500 euro -> Mortsel 375 euro
  3. hybride lucht-waterwarmtepomp: Fluvius 800 euro -> Mortsel 200 euro
  4. lucht-luchtwarmtepomp: Fluvius 300 euro -> Mortsel 75 euro

Voor combi warmtepompen wordt het plafond verhoogd met 25% van de premie. Losstaande warmtepompboilers worden niet gesubsidieerd omdat dit conflicteert met de meer efficiënte zonneboiler.

Warmtepompen zijn minder efficiënt in slecht geïsoleerde woningen. Het is opportuun om buiten de technische voorwaarden van Fluvius extra voorwaarden op te leggen. Zo dient de eigenaar/gebruiker bewijzen dat de woning goed geïsoleerd is door :

  1. een energieprestatiecertificaat voorleggen waarbij de energieprestatie van het gebouw minder dan 200 kWh/m²  (A+, A of B) bedraagt;
  2. of een energieaudit voorleggen door een erkend energiedeskundige waarbij een warmtepompinstallatie wordt geadviseerd;
  3. of een renovatie-audit voorleggen waarbij een warmtepompinstallatie wordt geadviseerd;
  4. of een totaalrenovatie waarbij minstens drie energiebesparende maatregelen, waaronder de warmtepomp, genomen worden.

Warmtepompen met een vermogen groter dan 5 kW en de boringen dieper dan 2,5 meter tot het dieptecriterium voor geothermische warmtepompen zijn ingedeeld volgens de rubriekenlijst van titel II van de VLAREM. Een aktegenomen melding of een verleende omgevingsvergunning wordt opgelegd als voorwaarde om te vermijden dat illegaal geplaatste warmtepompen gesubsidieerd kunnen worden. Hiervan kan niet afgeweken worden.

Dit geldt eveneens voor de bepalingen rond technische installaties van de bouwcode, die zijn eveneens van toepassing voor warmtepompen. De afwijkingsmogelijkheid wordt hierbij geregeld volgens artikel 6 van de bouwcode. Die afwijking mag worden aangevraagd via de subsidieaanvraag, indien de warmtepomp geen melding of omgevingsvergunning vereist. Indien wel wordt de afwijking via de melding of vergunning verleend en dient deze niet nogmaals via de subsidieaanvraag worden aangevraagd. De aanvrager vermeldt in de motivatie dat een afwijking is verleend via de melding of vergunning.

Fluvius legt als technische voorwaarde een energielabel van A+ en voor geothermische warmtepompen A++ op. Door de technologische innovatie is dit achterhaald: ook niet-geothermische warmtepompen hebben heden vaak een A++ label. Aldus neemt Mortsel uniform een energielabel van A++. De energielabels zijn heden in een overgangsfase, in het nieuwe systeem komt A++ overeen met B. Het energielabel omvat de COP-waarde van de warmtepomp, zodat een aparte voorwaarde niet noodzakelijk is.

Lucht-luchtwarmtepompen zijn het minst renderend, deze worden uitgesloten van de premie, met uitzondering voor goed geïsoleerde (dezelfde voorwaarden als hierboven), bescheiden (met een bouwvolume van ten hoogste 240 m³, te verhogen met 50 m³ voor woningen met drie of meer slaapkamers conform art. 1.2 van het Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid) appartementen en studio’s. Dit geldt niet voor op CO2-gebaseerde warmtepompen.

Beschermde afnemers zijn financieel minder slagkrachtig. Voor beschermde afnemers kan de subsidies verhoogd worden tot 12% van de kostprijs (incl. BTW en plaatsing), conform de verhoogde premie van Fluvius.

Warmtepompen verbruiken nog steeds elektriciteit. Indien de elektriciteit afkomstig is van hernieuwbare energie, dan wordt de gehele verwarming koolstofneutraal. Om dit aan te moedigen, wordt de premie voor warmtepompen aangedreven door PV-panelen verhoogd tot 12% van de kostprijs (incl. BTW en plaatsing), met dezelfde plafonds als voor beschermde afnemers.

Warmtepompen maken gebruik van een koelmiddel. De meeste warmtepompen maken gebruik van gefluoreerde broeikasgassen. Bij lekkage kan dit vrijkomen in het milieu: gefluoreerde broeikasgassen dragen sterk bij tot de klimaatverandering. Er bestaan milieuvriendelijkere alternatieven gebaseerd op CO2. Buiten het licht klimaatopwarmend vermogen en licht verzurende werking is CO2 een onschadelijk gas. Bovendien hebben op CO2 gebaseerde warmtepompen een hoger rendement bij koudere buitentemperaturen. De afgiftetemperatuur van op CO2 gebaseerde warmtepompen is veel hoger (tot 65°C), zodat de op CO2 gebaseerde warmtepompen geen grote aanpassingen vergen voor de radiatoren en compatibel zijn in bestaande woningen. De hogere afgiftetemperatuur van op CO2 gebaseerde warmtepompen is ideaal voor de verwarming van sanitair water en is bovendien veiliger: de hogere temperatuur voorkomt legionellabesmetting. De op CO2 gebaseerde warmtepompen is een relatieve nieuwe techniek die nog niet wijdverspreid is, daarom wordt deze techniek extra gestimuleerd door de premie te verhogen tot 12% van de kostprijs (incl. BTW en plaatsing) met dezelfde plafonds als voor beschermde afnemers.

De F-gassenverordening van de Europese Unie legt aan koelinstallaties, waaronder warmtepompen, voorwaarden op betreffende het gebruik van gefluoreerde broeikasgassen (F-gassen). Vanaf 1 januari 2020 wordt het verboden om gefluoreerde broeikasgassen met een GWP-waarde van 2500 of meer te gebruiken voor de service of het onderhoud van koelapparatuur met een hoeveelheid koelmiddelvulling van 40 ton CO2-equivalent of meer. In de praktijk zal dus geen koelmiddel meer kunnen worden bijgevuld wanneer een lek optreedt. Een aantal warmtepompen maken gebruik van R404A met een GWP-waarde van 3922. Om te vermijden dat aanvragers een verouderd toestel aanschaffen dat bij lekkage niet meer kan worden bijgevuld, worden die warmtepompen uitgesloten van de premie.

Door deze voorwaarden zal een apart aanvraagformulier noodzakelijk zijn. De technieken evolueren steeds en technische voorwaarden kunnen hierdoor achterhaald zijn. Soms is het niet opportuun om die rigide technische voorwaarden te hanteren en een afwijking te verlenen. De stad Mortsel ondersteunt hierbij technologische innovatie. Zonder die innovatie kunnen de doelstellingen in de Burgemeesterscovenant niet behaald worden noch de klimaatverandering gemitigeerd worden.
Zo mag principieel de warmtepomp niet dienstdoen als actieve koeling (airco) wegens het hoge verbruik van elektriciteit, doch eigenaren van zonnepanelen kunnen in de zomer op die manier de overproductie van de panelen verbruiken zodat het net niet wordt overbelast.
Er bestaan eveneens warmtepompen die dit combineren met airco met warmterecuperatie, hiervoor kan eveneens de optie voor actieve koeling worden toegelaten.
Bij geothermische warmtepompen is het van belang dat warmte tijdens de zomer in de bodem wordt gestockeerd zodat die tijdens de winter kan worden verbruikt. Deze manier van werken verhoogt jaar na jaar de efficiëntie van de warmtepomp, wat beter is voor het milieu. Dit kan niet zonder actieve koeling.
Het plafond op de afgiftetemperatuur van 55°C is bij enkel centrale verwarming verantwoord, maar niet bij sanitaire verwarming. Op CO2 gebaseerde combi-warmtepompen kunnen een afgiftetemperatuur van 65°C halen. Dit is beter voor de volksgezondheid: regelmatig verwarmen tot die temperatuur doodt de Legionellabacterie.
Afwijkingen kunnen enkel verleend worden als dit milieutechnisch of op basis van de veiligheid verantwoord is en de aanvrager dit ook motiveert in de aanvraag. Afwijkingen zijn een gunst en bedoeld om een beter en efficiënter milieubeleid te voeren. De bewijslast ligt bij de aanvrager. De aanvrager wordt uitdrukkelijk geïnformeerd dat de verleende afwijking niet geldt voor de subsidie van Fluvius of andere subsidieverleners en die premie-aanvraag kan geweigerd worden. De stad Mortsel is niet aansprakelijk voor de gevolgen.

Premies Fluvius

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Dak- of zoldervloerisolatie

206

265

274

273

251

338

311

325

Muurisolatie

15

51

88

68

89

78

78

70

Vloer- of kelderisolatie

/

5

27

24

23

30

18

28

Warmtepomp

0

2

2

1

0

2

1

3

Zonneboiler

12

9

22

8

21

10

7

5

Juridische grond

Het Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid ("het Energiedecreet") van 8 mei 2009.

Het Besluit van de Vlaamse Regering houdende algemene bepalingen over het energiebeleid ( "het Energiebesluit”) van 19 november 2010.

Raadsbesluit van 24 september 2013 waarbij goedkeuring werd gehecht aan het gemeentelijk subsidiereglement op rationeel energiegebruik.

De gemeenteraad (31 maart 2015) keurde de Burgermeesterscovenant 2020 goed.

De gemeenteraad (26 januari 2016) keurde het energie- en klimaatactieplan goed.

Adviezen

Milieuadviesraad Gunstig advies

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur: De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad heft het subsidiereglement rationeel energiegebruik van 24 september 2013 met ingang van 1 januari 2020 op.

Artikel 2

De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het subsidiereglement rationeel energiegebruik als volgt:

“Art. 1: Definities

  1. Gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden of doorgaande muren omsloten ruimte vormt, dat permanent bewoonbaar is.
  2. Bescheiden appartement of studio: een appartement of studio met een bouwvolume van ten hoogste 240 m³, te verhogen met 50 m³ voor woningen met drie of meer slaapkamers conform de definitie van art. 1.2 van het Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid;
  3. Beschermde afnemer: huishoudelijke eindafnemer [of huishoudelijke eindafnemer van thermische energie] waarbij op het adres van de aansluiting minstens één persoon gedomicilieerd is die behoort tot de lijst van residentiële klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie, vermeld in artikel 4 van de Programmawet van 27 april 2007, in artikel 2 van het ministerieel besluit van 30 maart 2007 tot vaststelling van maximumprijzen voor de levering van aardgas aan de beschermde residentiële afnemers met een laag inkomen of in een kwetsbare positie en artikel 2 van het ministerieel besluit van 30 maart 2007 tot vaststelling van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit aan de beschermde residentiële afnemers met een laag inkomen of in een kwetsbare positie;
  4. Bestaand gebouw: een gebouw waarvoor een geldige omgevings-, bouw- of stedenbouwkundige vergunning werd afgeleverd volgens het criterium van de distributienetbeheerder. Bij opmaak van dit subsidiereglement is dit een gebouw die aangesloten is op het elektriciteitsdistributienet van Fluvius vóór 1 januari 2014, of waarvoor een aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning is ingediend vóór 1 januari 2014. Indien Fluvius dit criterium verandert is het nieuwe criterium van toepassing.
  5. Energieaudit: een grondige doorlichting van de volledige energiehuishouding van een woning door een erkend energiedeskundige type B met daaraan gekoppeld een actieplan tot maatregelen;
  6. Energiedeskundige: de natuurlijke persoon, die onderworpen is aan het sociaal statuut van zelfstandige en die het energieprestatiecertificaat opstelt of energieadvies verstrekt, of de rechtspersoon binnen wiens organisatie het energieprestatiecertificaat opgesteld wordt of energieadvies verstrekt wordt door een zaakvoerder, bestuurder of bezoldigde werknemer.
  7. Energieprestatiecertificaat: een certificaat waarin het resultaat is vermeld van de berekening van de totale energie-efficiëntie van een gebouw, uitgedrukt in een of meer numerieke indicatoren.
  8. Energieprestatie van gebouwen: de berekende of gemeten hoeveelheid energie die nodig is om aan de vraag naar energie te voldoen die verband houdt met een normaal gebruik van het gebouw, waaronder energie die wordt gebruikt voor verwarming, koeling, ventilatie, warmwatervoorziening en verlichting;;
  9. PV-paneel: een zonnepaneel, fotovoltaïsch paneel of kortweg PV-paneel is een paneel dat de erop invallende zonne-energie omzet in elektriciteit;
  10. Renovatie-audit: Audit uitgevoerd door een door Fluvius erkende benovatiecoach, gericht op een energiezuinige renovatie van een bestaand gebouw. Volgende elementen worden bekeken: energiezorg, isolatie, verwarming, ventilatie, watergebruik en hernieuwbare energie.
  11. Thermische zonne-installaties (zonneboiler): installaties die zonnewarmte opvangen, opslaan en verdelen;
  12. Warmtepomp: een machine, toestel of installatie dat/die warmte uit de natuurlijke omgeving, zoals de lucht, het water of de bodem overdraagt aan gebouwen of industriële installaties door de natuurlijke warmtestroming om te keren van een lagere naar een hogere temperatuur. Behoren niet tot deze definitie: een machine, toestel of installatie dat/die de omgekeerde warmtestroming van het gebouw naar de natuurlijke omgeving kan doen plaatsvinden (airco-installaties);

Combi-warmtepomp: een warmtepomp die instaat voor zowel de centrale verwarming als de productie van warm sanitair water;
Geothermische warmtepomp: een warmtepomp die de warmte van de grond gebruikt voor de verwarming van het water van de centrale verwarming;
Hybride lucht-waterwarmtepomp: een lucht-waterwarmtepomp gecombineerd met een gascondensatieketel;
Lucht-luchtwarmtepomp: een warmtepomp die warmte van de buitenlucht gebruikt voor de verwarming van de binnenlucht via ventilatoren;
Lucht-waterwarmtepomp: een warmtepomp die warmte van de buitenlucht gebruikt voor de verwarming van het water van de centrale verwarming;
op CO2 gebaseerde warmtepomp: een warmtepomp die CO2 gebruikt als koelmiddel.

Art. 2: Te betoelagen werken

Binnen de daartoe op de goedgekeurde begroting voorziene kredieten zal het stadsbestuur een subsidie verlenen voor de uitvoering van volgende werken:

1. Dakisolatie bij bestaande gebouwen

1° Deze premie wordt enkel verleend na een renovatieaudit en bij een totaalrenovatie waarvan dak- of zoldervloerisolatie één van de energiebesparende maatregelen is.

2° Het stadsbestuur geeft voor de plaatsing van dak-of vloerisolatie een premie van 6 euro/m² met een maximum van 100 m² dakisolatie per gebouw (max. 600 euro).

3° De premie wordt verhoogd tot 8 euro/m² met een maximum van 100m² dakisolatie per gebouw (max. 800 euro) indien de aanvrager gebruik maakt van nagroeibare isolatiematerialen zoals houtwol, cellulose, vlas, hennep, … of voor beschermde afnemers.

4° Het premiebedrag kan nooit groter zijn dan de som van de factuurbedragen voor de isolatiematerialen en de eventuele plaatsing, inclusief btw en dit voor de facturen die op het moment dat de premie wordt aangevraagd niet ouder zijn dan één jaar.

5° Het premiebedrag wordt berekend op basis van de dak- of zoldervloeroppervlakte die met het nieuwe materiaal is geïsoleerd. Die oppervlakte kan nooit groter zijn dan het aantal m² isolatiemateriaal dat is aangekocht.

2. Vloer- en kelderisolatie

1° Het stadsbestuur geeft aanvullend op de premie van de distributienetbeheerder voor de plaatsing van kelder- en vloerisolatie een premie van 6 euro/m² met een maximum van 100 m² isolatie per gebouw (max. 600 euro).

2° De premie wordt verhoogd tot 9 euro/m² met een maximum van 100 m² dakisolatie per gebouw (max. 900 euro) indien de aanvrager gebruik maakt van nagroeibare isolatiematerialen zoals houtwol, cellulose, vlas, hennep, … of voor beschermde afnemers.

3° Het premiebedrag kan nooit groter zijn dan de som van de factuurbedragen voor de isolatiematerialen en de plaatsing, inclusief btw en dit voor de facturen die op het moment dat de premie wordt aangevraagd niet ouder zijn dan één jaar.

4° Het premiebedrag wordt berekend op basis van de vloer/kelderoppervlakte die met het nieuwe materiaal is geïsoleerd. Die oppervlakte kan nooit groter zijn dan het aantal m² isolatiemateriaal dat is aangekocht.

3. Buiten- of spouwmuurisolatie

1° Het stadsbestuur geeft aanvullend op de premie van de distributienetbeheerder voor de plaatsing van isolatie aan de binnenkant van de buitenmuur een premie van 15 euro/m², 22,5 euro/m² indien nagroeibare materialen worden gebruikt of voor beschermde afnemers.

2° Het stadsbestuur geeft aanvullend op de premie van de distributienetbeheerder voor de plaatsing van isolatie aan de buitenkant van de buitenmuur een premie van 15 euro/m², 22,5 euro/m² indien nagroeibare materialen worden gebruikt of voor beschermde afnemers.

3° Het stadsbestuur geeft aanvullend op de premie van de distributienetbeheerder voor de plaatsing van isolatie in de spouwmuur een premie van 5 euro/m², 9 euro/m² indien nagroeibare materialen worden gebruikt of voor beschermde afnemers.

4° De premie geldt voor een ruimte die verwarmd kan worden of voor een ruimte die hieraan grenst (het beschermd volume).

5° Het premiebedrag kan nooit groter zijn dan de som van de factuurbedragen voor de isolatiematerialen en de plaatsing, inclusief btw en dit voor de facturen die op het moment dat de premie wordt aangevraagd niet ouder zijn dan één jaar.

6° Het premiebedrag wordt berekend op basis van de muuroppervlakte die met het nieuwe isolatiemateriaal is geïsoleerd. Die oppervlakte kan nooit groter zijn dan het aantal m² isolatiemateriaal dat je hebt laten plaatsen.

4. Het plaatsen van een zonneboiler voor de productie van sanitair warm water

1° Aanvullend op de premie van de distributienetbeheerder voor de plaatsing van een zonneboiler voor de productie van sanitair warm water geeft het stadsbestuur een premie van 500 euro per installatie, verhoogd tot 750 euro voor beschermde afnemers.

2° De premie geldt enkel voor een zonneboiler voor de aanmaak van sanitair warm water, eventueel in combinatie met ruimteverwarming of zwembadverwarming.

3° De premie zonneboiler kan 1 keer per 15 jaar worden aangevraagd, en is niet cumuleerbaar met de premie warmtepompboiler van de distributienetbeheerder of de premie combi-warmtepomp van de stad Mortsel. Het is wel cumuleerbaar met de premie warmtepomp voor centrale verwarming van de stad Mortsel.

4° Voor een woongebouw met gedwongen mede-eigendom wordt de premie voor zonneboiler verleend aan:

a)  de vereniging van mede-eigenaars als de zonneboiler in een gemeenschappelijk deel wordt geplaatst;
b)  degene die de factuur betaalt, als de zonneboiler in een privédeel wordt geplaatst. Als het gaat om een gezamenlijke investering met een gezamenlijke factuur, dan kan de vereniging van mede-eigenaars mits schriftelijk akkoord van alle individuele eigenaars, de premieaanvraag indienen.

5° De installatie moet blijven staan op het adres dat bij de aanvraag is vermeld.

5. Het plaatsen van een warmtepomp

1° Voor de plaatsing van een warmtepomp geeft het stadsbestuur een subsidie bedragende 10% van de kostprijs (inclusief BTW en plaatsing) met een maximum van:

a) geothermische warmtepomp: 1000 euro
b) lucht-waterwarmtepomp: 375 euro
c) hybride lucht-waterwarmtepomp: 200 euro
d) lucht-luchtwarmtepomp: 75 euro

2° Voor beschermde afnemers, op CO2 gebaseerde warmtepompen en eigenaren van PV-panelen bedraagt de subsidie 12% van de kostprijs (inclusief BTW en plaatsing) met een maximum van:

a) geothermische warmtepomp: 1200 euro
b) lucht-waterwarmtepomp: 450 euro
c) hybride lucht-waterwarmtepomp: 240 euro
d)  lucht-luchtwarmtepomp: 90 euro

3° Lucht-luchtwarmtepompen worden uitgesloten van de premie, behalve voor bescheiden appartementen en studio’s (zie definitie art. 1), uitgezonderd op CO2 gebaseerde warmtepompen.

4° Voor een woning of appartement kan maar één keer per 10 jaar een premie voor een warmtepomp worden aangevraagd en dit voor de facturen die op het moment dat de premie wordt aangevraagd niet ouder zijn dan één jaar.

5° Als de vereniging van mede-eigenaars of de syndicus de premie aanvraagt voor verschillende appartementen, bedraagt de premie per appartement maximaal 10% van de factuurbedragen voor de warmtepomp, inclusief btw, met dezelfde plafonds als voor ééngezinswoningen.

Art.3: Voorwaarden

1. Algemene voorwaarden:

1° De gesubsidieerde werken moeten worden uitgevoerd door een erkende aannemer conform de geldende wetten, reglementeringen en regels van goed vakmanschap.

2° De te betoelagen werken moeten uitgevoerd worden in een bestaand gebouw (def. art.1 4°):

a) dat gelegen is in Mortsel;
b) dat permanent bewoonbaar is, met inbegrip van woningen die onbewoonbaar zijn verklaard in uitvoering van de toepasselijke wetgeving en die worden gerenoveerd met het oog op het opnieuw bewoonbaar maken van de woning;
c) dat geplaatst is met de nodige bouwvergunningen en volgens de geldende stedenbouwkundige voorschriften.

3° Er kunnen enkel subsidies worden uitbetaald voor werken gefactureerd vanaf 1 januari 2020.

2. Technische voorwaarden dak- of zoldervloerisolatie:

1° Het isolatiemateriaal heeft een minimum Rd-waarde van 4,5 m²K/W. Dit mag in meerdere lagen geplaatst worden. De Rd-waarde van een bestaande isolatielaag en van de afwerkingslaag mag niet mee worden verrekend om aan de minimumwaarde 4,5 m²K/W te komen.

2° De premie is geldig voor dakisolatie ofwel voor zoldervloerisolatie, niet voor beide, binnen hetzelfde beschermd volume. Dit is het woonvolume dat de werkelijke bewoonde en verwarmde vertrekken omvat. Bijvoorbeeld: een aangebouwde garage komt niet in aanmerking. Zowel zoldervloer- als dakisolatie aanbrengen in eenzelfde bouwvolume evenmin.

3° Zoldervloerisolatie wordt alleen als dakisolatie beschouwd wanneer het de vloer van een onverwarmde zolder betreft.

4° Als het de isolatie van een hellend dak betreft, moet ook een dampscherm aanwezig zijn langs de binnenzijde van de woning.

3. Technische voorwaarden vloer- en kelderisolatie:

1° Het isolatiemateriaal heeft een minimum Rd-waarde van 2,0 m²K/W. Het isolatiemateriaal mag in verschillende lagen worden geplaatst, maar de Rd -waarde van een bestaande isolatielaag mag niet mee worden verrekend om aan de minimumwaarde 2,0 m²K/W te komen.

2° De premie wordt toegekend voor vloerisolatie op volle grond of de isolatie op het plafond van een kelder of verluchte ruimte onder een verwarmde ruimte die effectief geplaatst is door een aannemer. De aannemer moet een attest invullen met technische gegevens over de geplaatste isolatie.

4. Technische voorwaarden buiten- of spouwmuurisolatie:

1° De aanvrager dient te beschikken over een aktegenomen melding of verleende omgevingsvergunning, indien dit voor de werken is vereist.

2° Voor de plaatsing van isolatie aan de binnenkant van de buitenmuur heeft het isolatiemateriaal een totale Rd-waarde van minimaal 2,0 m²K/W. Het nieuwe isolatiemateriaal mag in meerdere lagen geplaatst worden maar de Rd -waarde van een bestaande isolatielaag mag niet mee worden verrekend om aan de minimumwaarde 2,0 m²K/W te komen. De werkzaamheden worden uitgevoerd door ofwel een aannemer onder begeleiding van een architect belast met de controletaak ofwel een aannemer met certificaat van bekwaamheid (of aspirant) zoals opgenomen in artikel 8.5.1, §1, 8°, van het Energiebesluit van 19 november 2010. De architect is ingeschreven in de tabel van de Orde van Architecten. Er moet dan ook een attest van de begeleidende architect toegevoegd worden bij de premieaanvraag. De aannemer moet een attest invullen met technische gegevens over de geplaatste isolatie. In het geval een aannemer met certificaat van bekwaamheid (of aspirant) moet het certificeringsnummer ingevuld worden op het attest.

3° Voor de plaatsing van isolatie aan de buitenkant van de buitenmuur heeft het isolatiemateriaal een totale Rd-waarde van minimaal 3,0 m²K/. Het nieuwe isolatiemateriaal mag in meerdere lagen geplaatst worden maar de Rd -waarde van een bestaande isolatielaag mag niet mee worden verrekend om aan de minimumwaarde 3,0 m²K/W te komen. De isolatie wordt geplaatst door een aannemer. De aannemer moet een attest invullen met technische gegevens over de geplaatste isolatie. Enkel na-isolatie aan de buitenkant van een al bestaande buitenmuur wordt aanvaard (bvb ook in het geval de façade van een bestaande spouwmuur wordt afgebroken en er isolatie gepaatst wordt tegen de bestaande dragende muur met nadien een nieuwe afwerkingslaag (pleister, nieuwe gevelsteen,...)).

4° Voor de plaatsing van isolatie in de spouwmuur van minimaal 50 mm breed heeft het isolatiemateriaal een λ-waarde van maximaal 0,065 W/mK. De volledige spouwbreedte moet opgevuld worden met het isolatiemateriaal. Alleen na-isolatie van bestaande spouwmuren komt in aanmerking. De λ-waarde van het gebruikte isolatiemateriaal wordt bepaald volgens de richtlijnen van NBN B 62-002. De aannemer moet een Verklaring van Overeenkomstigheid met STS71-1 toevoegen bij de premieaanvraag.

5. Technische voorwaarden zonneboilers:

1° De premie wordt toegekend voor een nieuwe zonneboiler geplaatst door een aannemer die beschikt over een certificaat van bekwaamheid, afgeleverd door RESCERT. Het certificeringsnummer van de aannemer moet ingevuld worden op een attest en bij de premieaanvraag gevoegd worden. De aannemer moet een attest invullen met technische gegevens over de geplaatste zonneboiler en de collectoren.

2° De collectoren voldoen aan EN12976 of EN/TS 12977 of ze bezitten een Solar KeyMark label. (http://www.solarkeymark.nl/DBF/Reports/sk_SubSchemeSum.php?SchemeNo=0).

3° De systemen zijn volledig geproduceerd in een fabriek gemarkeerd conform EN 12976-1.

4° De inhoud van het opslagvat moet voldoen aan de volgende minimale inhoudsmaten:

a) 40 L per m² apertuuroppervlakte bij vlakkeplaatcollectoren;
b) 55 L per m² apertuuroppervlakte bij buiscollectoren.

5° De apertuuroppervlakte is de oppervlakte van de collectoren waarop het zonlicht invalt. Bij buiscollectoren is dit bijvoorbeeld de som van alle halve buisoppervlaktes. De apertuuroppervlakte wordt bepaald volgend de Europese norm NEN-EN1297.

6. Technische voorwaarden warmtepompen:

1° De premie wordt toegekend voor een nieuwe waterpomp geplaatst door een aannemer die over een certificaat van bekwaamheid beschikt, en/of moet ze gecontroleerd worden door een aannemer met een certificaat van bekwaamheid, afgeleverd door RESCERT. Het certificeringsnummer van de aannemer moet ingevuld worden op een attest en bij de premie-aanvraag bijgevoegd worden. Voor warmtepompen met gefluoreerde broeikasgassen als koelmiddel is het noodzakelijk dat de aannemer eveneens over een erkenning koeltechniek beschikt, of zich laat bijstaan door een erkend koeltechnicus. Hiervan kan niet afgeweken worden.

2° De aanvrager dient te beschikken over een aktegenomen melding of verleende omgevingsvergunning, indien de warmtepomp en/of de geassocieerde uitvoeringswerken ingedeelde inrichtingen of activiteiten bevat zoals bepaald door de rubriekenlijst van titel II van de VLAREM. Hiervan kan niet afgeweken worden.

3° De warmtepomp is geplaatst conform de bepalingen rond technische installaties van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (artikel 64 en 65). Hiervan kan afgeweken worden op basis van de afwijkingsprocedure van artikel 6 van de verordening. Die afwijking mag worden aangevraagd via de subsidieaanvraag, indien de warmtepomp geen melding of omgevingsvergunning vereist. Indien wel wordt de afwijking via de melding of vergunning verleend en dient deze niet nogmaals via de subsidieaanvraag worden aangevraagd. De aanvrager vermeldt in de motivatie dat een afwijking is verleend via de melding of vergunning.

4° De warmtepomp beschikt over een Europees energielabel A++ (oud systeem) of B (nieuw systeem).

5° De warmtepomp dient te voldoen aan de Europese F-gassenverordening 517/2014. Het gebruik van gefluoreerde broeikasgassen, met een aardopwarmingsvermogen van 2 500 of meer, in warmtepompen met een hoeveelheid koelmiddelvulling van 40 ton CO2-equivalent of meer is uitgesloten van de premie. Hiervan kan niet worden afgeweken.

6° De warmteafgiftetemperatuur van het systeem bedraagt maximaal 55°C.

7° De warmtepomp mag niet als actieve koeling (airco) gebruikt worden. Als de warmtepomp over die functie beschikt, moet de aannemer ze definitief uitschakelen en dit aan de hand van de technische fiche bewijzen.

8° Het gebouw heeft één van de vier volgende bewijsstukken

a) een energieprestatiecertificaat voorleggen waarbij de energieprestatie van het gebouw minder dan 200 kWh/m² (A+, A of B) bedraagt;
b) of een energieaudit voorleggen door een erkend energiedeskundige waarbij een warmtepompinstallatie wordt geadviseerd;
c) of een renovatie-audit voorleggen waarbij een warmtepompinstallatie wordt geadviseerd;
d) of bij een totaalrenovatie waarbij minstens drie energiebesparende maatregelen, waaronder een warmtepomp, ondernomen worden.

9° Er kan van deze bijkomende voorwaarden gemotiveerd worden afgeweken. Deze afwijking is een gunst die verleent wordt uit enkel milieutechnische of veiligheidsoverwegingen. De bewijslast ligt bij de aanvrager. De afwijking wordt individueel beoordeeld. De afwijking geldt enkel voor de subsidieaanvraag van Mortsel en heeft geen rechtsgrond bij andere subsidieaanvragen. De stad Mortsel is niet aansprakelijk voor weigeringen door andere subsidieverleners.

Art. 4:

De eigenaar van het gebouw en de aanvrager van de subsidie mogen geen rechtspersoon zijn.

Art. 5: Aanvraagprocedure

Het college van burgemeester en schepenen heeft op 8 december 2009 een overeenkomst afgesloten met de distributienetbeheerder waarin overeengekomen werd dat:

1° De aanvraag van de stedelijke toelage gebeurt bij de distributienetbeheerder, moet voldoen aan de technische voorwaarden gesteld door de distributienetbeheerder en aanvullend is op de premie van de distributienetbeheerder.

2° De distributienetbeheerder bezorgt het stadsbestuur regelmatig een lijst met de goedgekeurde aanvragen.

3° Het stadsbestuur betaalt de in dit reglement vermelde toelages op basis van de lijst met de door de distributienetbeheerder goedgekeurde aanvragen en de voorwaarden van dit reglement.

De aanvraag voor de subsidie dakisolatie moet worden ingediend bij het stadsbestuur van Mortsel. De aanvraag voor vloer- en kelderisolatie en buiten- of spouwmuurisolatie met nagroeibare materialen moet worden ingediend bij het stadsbestuur van Mortsel. De aanvraag voor de subsidie warmtepomp moet worden ingediend bij het stadsbestuur van Mortsel. Een aanvraagformulier is beschikbaar via de website of het onthaal.

Bij het ingevulde aanvraagformulier wordt de daarin gevraagde documenten mee bezorgd. Gegevens bezorgd door de aanvrager worden enkel in kader van die aanvraag en niet voor andere doeleinden gebruikt of aan derden gedeeld.

Subsidies bij onvolledige aanvragen worden niet uitgekeerd. 

De aanvrager geeft de toelating aan een bevoegde gemeentelijke ambtenaar om de toepassing van dit reglement ter plaatse te komen controleren. Als dat nodig is, kan de gemeentelijke ambtenaar contact opnemen met de firma of aannemer die de installatie levert of plaatst, of die advies verstrekt. Als de installatie niet overeenstemt met de beschrijving in de aanvraag, heeft Mortsel het recht om de premie te weigeren of om de uitbetaalde premie terug te vorderen. 

Art. 6: Overgangsregeling

Dit reglement is van toepassing vanaf 1 januari 2020 en vervangt het subsidiereglement zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 september 2013.

Aanvragen voor werken uitgevoerd vóór 1 januari 2020, moeten worden ingediend bij het stadsbestuur vóór 1 juli 2020.”