Besluit van 5 december 2018 van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen voor de provincie Antwerpen waarbij de uitslag van de gemeenteraadsverkiezing van 14 oktober 2018 te Mortsel geldig wordt verklaard.
Raadslid Lieve Voets laat zich sedert 15 januari 2019 vervangen om medische redenen en dit tot 30 juni 2021.
Op 16 juli 2021 ontving de voorzitter van de gemeenteraad van raadslid Lieve Voets een medisch attest en het verzoek haar vervanging ingevolge medische redenen te verlengen tot 30 september 2021.
Op 15 december 2020 legde Marc Lorrentop de eed af ter vervanging van Lieve Voets tot zij haar mandaat terug opneemt. Vermits de afwezigheid van Lieve Voets zonder onderbreking verlengd wordt, kan zij onafgebroken vervangen worden.
De gemeenteraad neemt akte van het verzoek van raadslid Lieve Voets tot verlenging van haar vervanging om medische redenen en van de verhindering tot 30 september 2021.
De heer Marc Lorrentop zal het mandaat van Lieve Voets verder beoefenen tot zij haar mandaat terug opneemt.
De vorige zitting van de gemeenteraad vond plaats op 22 juni 2021. De notulen van deze vorige vergadering dienen goedgekeurd te worden.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de notulen van 22 juni 2021.
Artikel 5.2.1. van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013:
De zakelijkrechthouders en de gebruikers van een archeologisch ensemble moeten het :
1° als een geheel bewaren;
2° in goede staat behouden;
3° beschikbaar houden voor wetenschappelijk onderzoek.
In afwijking van het eerste lid, 1°, mogen onderdelen van een archeologisch ensemble gedurende een periode van maximaal vijf jaar uit het archeologisch ensemble worden gelicht voor educatieve, wetenschappelijke of conservatiedoeleinden als daarvoor een schriftelijke overeenkomst is gesloten. De schriftelijke overeenkomst kan meermaals voor een periode van maximaal vijf jaar hernieuwd worden.
De zakelijkrechthouder die het beheer van een archeologisch ensemble toevertrouwt aan een erkend onroerenderfgoeddepot voldoet aan de verplichtingen, vermeld in het eerste lid.
Archeologen van het Vlaams Erfgoedcentrum hebben tijdens archeologisch onderzoek in de omgeving van Gasthuishoeven te Mortsel een kuil aangetroffen met vondsten uit de Romeinse periode. Het veldonderzoek vond plaats in het kader van de aanleg van ondergrondse hoogspanningskabels door netbeheerder Elia.
Er werd een Romeinse patera (metalen drinkbeker), een spreukbeker en een schaal gevonden (foto's in bijlage). Archeologische vondsten worden eigendom van de grondeigenaar, in dit geval dus stad Mortsel.
De aard van de vondsten vraagt om een gespecialiseerde aanpak en ze zijn dan ook bij een conservatiespecialist ondergebracht die de vondsten reinigt en behandelt tegen verdere verwering. Vooral de metalen vondsten dienen extra beschermd te worden.
IOED Zuidrand adviseert om de vondsten over te dragen aan het provinciaal erfgoed depot, en verwijst naar het Onroerenderfgoeddecreet.
Uit het decreet blijkt dat ensembles in zijn geheel dienen bewaard te blijven, er kan dus geen deel van de vondst bewaard blijven bij de stad en een deel bij een depot.
Voor de bewaring van zulke vondsten is het belangrijk dat de luchtvochtigheid en temperatuur, afhankelijk van het voorwerp, aan bepaalde criteria voldoen en constant blijven. Verder is het verpakkingsmateriaal ook zeer belangrijk en gelden er specifieke vereisten. De vondsten dienen ook regelmatig opnieuw behandeld te worden.
Een kijkkast dient eveneens aan bovenstaande vereisten te voldoen.
Daarnaast dienen de vondsten steeds beschikbaar te zijn voor wetenschappelijk onderzoek. Ook het opgravingsrapport dient (digitaal) bewaard te worden en steeds beschikbaar te zijn.
Om bovenstaande redenen is een overdracht naar een erkend depot interessant omdat zij de voorwerpen op hun kosten in goede omstandigheden bewaren, het rapport bewaren in hun (digitaal) archief, ter beschikking stellen voor verder onderzoek, regelmatig onderhoud voorzien en tenslotte hebben zij ook speciaal daarvoor ingerichte kijkkasten (foto in bijlage) die instanties kunnen uitlenen om voorwerpen tentoon te stellen. De stad Mortsel kan dus de vondsten steeds publiek tentoon stellen zonder daarvoor enige kosten/lasten te ondervinden behoudens de gebruikelijke verzekering.
Een overdracht naar de provincie betekent ook een definitieve eigendomsoverdracht (overdrachtsformulier in bijlage).
Er werd een bijkomend advies gevraagd aan professor doctor Wim De Clercq van het departement archeologie van de Universiteit Gent. We ontvingen op 10 maart 2021 volgend antwoord:
"Met betrekking tot de deponeringsproblematiek is de overdracht naar het provinciaal depot in Antwerpen m.i. de beste en ook zeer courante oplossing. Het depot en de beheerders kunnen er immers garant voor staan dat deze objecten in de meest optimale (oa klimatologische) omstandigheden worden bewaard, en dat over hun conservatietoestand wordt gewaakt 'als een goede huisvader', en dat waar dat nodig zou blijken na verloop van tijd de juiste aanvullende conservatietechnieken worden toegepast zodat ze bewaard blijven voor toekomstig onderzoek en publiekswerking.
Met betrekking tot dit laatste aspect en de wil van het gemeentebestuur om de vondsten tentoon te stellen: dit kan men enkel maar toejuichen en de ervaring leert dat dit steeds succesvolle projecten zijn die het publiek de waarde van hun lokaal erfgoed opnieuw laten bleven, zelfs al gebeurt dit op kleinschalige wijze. Ook vanuit de deponering in het provinciaal depot kan dit geen problemen stellen, er zijn immers nog al voorbeelden bekend in Antwerpen en andere provincies waarbij vondsten (tijdelijk) terug gaan naar de plek van herkomst voor een expo of ander publieksproject. Bovendien zie ik vaak dat er hierbij een mooie samenwerking ontstaat tussen gemeente en depot / provincie: een win-win-situatie dus. Mits een duidelijke overeenkomst tussen gemeente en depot, moet er dus zeker veel mogelijk zijn."
Er werd een advies gevraagd aan de Mortselse heemkundige kring. Het antwoord van Bruno Gastmans werd ontvangen op 10 mei 2021:
"We zijn van mening dat de vondsten aan het grote publiek getoond moeten worden. Waar beter dan in het vernieuwde stadhuis.
Om dit erfgoed zo goed mogelijk te bewaren voor de generaties na ons is het van het grootste belang dat dit gebeurt in optimale omstandigheden. We stellen dan ook voor om de artefacten over te dragen aan het Provinciaal Archeologisch Depot."
De gemeenteraad keurt de eigendomsoverdracht van de archeologische vondsten aan het Provinciaal Archeologisch Depot goed.
Het uitvoeringsbesluit op de omgevingsvergunning (OVB) goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 27 november 2015 art. 13 tot en met 29.
Artikel 47 van het OVB betreffende het besluit van de gemeenteraad over wegenwerken.
Artikel 3 en 4 van het Decreet op de Gemeentewegen goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 3 mei 2019.
Er werd op 6 april 2021 door EZ-CONSULT een aanvraag met referentie OMV_2021058088 ingediend voor het omvormen van Hoeve Liekens naar kinderboerderij(klassen) met conciërgewoning, Drabstraat zn.
Binnen het Bijzonder Plan van Aanleg (BPA) Drabstraat werd vastgelegd dat er een trage weg voorzien moet worden tussen de wijk Steenovenbos en de reeds bestaande trage weg Drabstraat - Neerhoevelaan (indicatieve aanduiding gele lijn op plan BPA, zie bijlage).
Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 17 juni 2021 tot en met 16 juli 2021. Er werd één bezwaar ingediend. Het bezwaar handelt niet over de aanleg van de trage weg.
Vanwege het groene karakter en de strikte bepalingen wat betreft verhardingen in deze zone is het niet wenselijk een verhard pad aan te leggen.
Er wordt voorgesteld een effen pad in gras aan te leggen. Dit pad kan verder doorlopen van aan de perceelsgrens tot aan het reeds bestaande aangelegd pad in ternair zand. De breedte van het pad bedraagt 3m en dient egaal aangelegd te worden, zonder putten. Dit zal als gazon onderhouden worden zodat de toegankelijkheid gegarandeerd blijft; indien de zone te nat is, dient het pad verhoogd aangelegd te worden zodanig dat toegankelijkheid gegarandeerd blijft.
Na realisatie wordt deze trage weg kosteloos overgedragen naar Mortsel.
Het tracé van de weg wordt voorzien met aansluiting aan de wijk Steenovenbos, langs de achtertuinen van de Neerhoevelaan tot aan de perceelsgrens met de doorsteek Drabstraat - Neerhoevelaan/Goudenregen.
Het rooilijnplan met over te dragen tracé, inplantingsplan en het bestek is als bijlage opgeladen.
Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
De trage weg past binnen de verplichting van het BPA om een trage verbinding tussen de wijk Steenovenbos en de doorsteek Drabstraat - Neerhoevelaan te realiseren.
De uiterlijke beslissingsdatum van deze omgevingsaanvraag is 19 november 2021.
Conform de bouwcode draagt de begunstigde van de vergunning de kosten van de wegeniswerken, rioleringswerken en de aanleg van de nutsvoorzieningen die moeten worden voorzien met betrekking tot een bouwproject, inclusief alle kosten aan technische inrichtingen en esthetische voorzieningen verbonden aan deze werken en kosten die verband houden met het ontwerp.De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de aangeduide zone en de principiële uitrusting van de voetverbinding zoals aangeduid in het voorstel van het bouwproject OMV_2021058088.
Tijdens de vergadering van 25 juni 2021 van het beheerscomité van Bibkwintet werd ingestemd met de toetreding van Aartselaar tot het samenwerkingsverband. Dit betekent dat de statuten voor de interlokale vereniging Bibkwintet worden aangepast. Dit document vervangt de vroegere beheersovereenkomst en wordt in de zeven gemeenten ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraden.
De voornaamste wijzigingen ten opzichte van de bepalingen in de vroegere beheersovereenkomst zijn:
statuten:
- artikel 1: Wat is Bibkwintet: Aartselaar werd toegevoegd als zevende bestuur van het samenwerkingsverband;
- artikel 1: Verwijzing naar wetgeving die niet meer van toepassing is werd verwijderd;
- artikel 8: Financiering: De verdeelsleutel op basis van het inwonersaantal werd aangepast.
De gemeenteraad keurt de aangepaste statuten van de interlokale vereniging Bibkwintet goed.
In de aanpassing van het meerjarenplan van het Autonoom Gemeentebedrijf Mortsel (AGB) van juni 2021 wordt een financieringsnood voorzien van 985.000,00 euro. We stellen voor dat deze financiering vanuit de stad ter beschikking wordt gesteld. Deze terbeschikkingstelling werd ook in het meerjarenplan van de stad ingeschreven.
De overeenkomst voorziet in een terugbetaling van de lening door het AGB over een termijn van vijf jaar. De aflossingen verschillen van jaar tot jaar in functie van de kaspositie van het AGB. De rente waartegen het AGB kan lenen is nul procent. We dienen het principe toe te passen dat de stad een extra kost aanrekent bij het doorlenen aan het AGB. Aan deze voorwaarde is voldaan met de nulrente aangezien de stad momenteel negatieve rentes betaalt op de door haar aangehouden tegoeden.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de leningsovereenkomst met het AGB.
Het Materialendecreet en op het Vlaams Reglement voor het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen, VLAREMA.
Artikel 26 van het Materialendecreet geeft aan de gemeenten de opdracht om huishoudelijke afvalstoffen zo veel mogelijk te voorkomen of te hergebruiken, op regelmatige tijdstippen op te halen of op een andere wijze in te zamelen.
Artikel 10 van het Materialendecreet bepaalt dat de gemeenten de kosten van het beheer van huishoudelijk afval moeten verhalen op de afvalproducenten.
Artikel 5.1.1 van het VLAREMA bepaalt dat de gemeenten het principe “de vervuiler betaalt” toepassen bij de berekening van de bijdrage in de kosten die door de burger moeten worden betaald.
Bijlage 5.1.4 van het VLAREMA legt de minima en maxima tarieven vast voor de inzameling van een aantal afvalstoffen.
Het huidige retributiereglement op de selectieve inzameling van huisvuil met diftar (2021-2025) werd goedgekeurd op 15 december 2020.
De huis-aan-huis ophaling van huisvuil wordt door IGEAN georganiseerd in het kader van de beheersoverdracht van 29 september 2020 voor de uitvoering van de huis-aan-huisophaling van huisvuil.
Het stadsbestuur stelt in dit kader de nodige inzamelrecipiënten ter beschikking.
Huisvuil kan worden aangehouden in kunststofemmers met een inhoud van 40 liter of kunststofcontainers met een inhoud van 120 liter, 240 liter of 1.100 liter.
De volgende wijzigingen werden aangebracht:
- inhoudelijk: toevoeging artikel 4.4 betreffende de retributie voor wieltjes voor de kunststofemmer van 40 liter.
- tarieven: toevoeging artikel 4.4 betreffende het tarief voor wieltjes voor de kunststofemmer van 40 liter.
De gemeenteraad keurt met ingang van heden toevoeging van artikel 4.4 aan het retributiereglement voor de selectieve inzameling van huisvuil met diftar voor de aanslagjaren 2021-2025, zoals werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 december 2020, goed.
Retributiereglement op het afleveren van kunststofemmers en kunststofcontainers voor GFT+ (2020-2025), goedgekeurd in de gemeenteraad van 19 november 2019.
Het huidige retributiereglement op het afleveren van kunststofemmers en kunststofcontainers voor GFT+ werd goedgekeurd op 19 november 2019.
Het stadsbestuur organiseert de selectieve inzameling van GFT+ en stelt in dit kader de nodige inzamelrecipiënten ter beschikking.
GFT+ voor de selectieve huis-aan-huis ophaling kan worden aangehouden in kunststofemmers met een inhoud van 40 liter of kunststofcontainers met een inhoud van 120 liter.
De stad Mortsel koopt kunststofemmers en kunststofcontainers aan om ze nadien ter beschikking te kunnen stellen aan haar inwoners.
Op het recyclagepark gaan ook wieltjes worden aangeboden om te plaatsen op de kunststofemmers van 40 liter.
De volgende wijzigingen werden aangebracht:
- inhoudelijk: toevoeging retributie voor wieltjes voor de kunststofemmer van 40 liter voor GFT+;
- tarieven: toevoeging retributie voor wieltjes voor de kunststofemmer van 40 liter voor GFT+.
De gemeenteraad keurt, met ingang van heden, de toevoeging van artikel 3 punt 3 aan het retributiereglement op het afleveren van kunststofemmers en kunststofcontainers voor GFT+, aanslagjaren 2021-2025, zoals werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 19 november 2019, goed.
Artikel 44 §2bis van het btw-wetboek
De Circulaire nr. 127.540 van 12 december 2016
Statuten IGEAN dienstverlening
Raadsbesluit van 29 september 2020 betreffende de intergemeentelijke samenwerking met IGEAN voor de ondersteuning van de handhaving ruimtelijke ordening.
Raadsbesluiten van 25 juni 2019 betreffende:
- de deelname aan Interlokale Vereniging Lokaal Woonbeleid Zuidrand 2, voor de periode 2020-2025;
- de samenwerkingsovereenkomst met IGEAN op vlak van energie en klimaat via het EnergieK huis met Energiek loket
IGEAN dienstverlening is een dienstverlenende vereniging overeenkomstig het decreet lokaal bestuur die hoofdzakelijk actief is op het vlak van grondbeleid, vastgoedtransacties, woonbeleid, ruimtelijke ordening en stedenbouw. IGEAN dienstverlening verricht in dit kader handelingen ten aanzien van haar deelnemers, zonder beheersoverdracht. IGEAN werkt hierbij veelal volgens het principe van een ‘zelfstandige groepering’, beter gekend als een ‘kostendelende vereniging’, in welk geval de kosten van een bepaalde activiteit verdeeld worden over de lokale besturen die effectief gebruik maken van de betrokken activiteit. In dat opzicht is IGEAN aan te merken als ‘een permanente belangengemeenschap die door rechtspersonen is opgericht met het oog op rationalisering en om de beheers- en exploitatiekosten te verminderen’.
IGEAN dienstverlening als zelfstandige groepering
Daar waar het voor IGEAN dienstverlening initieel niet mogelijk was te functioneren als een kostendelende vereniging, omdat niet voldaan kon worden aan alle gestelde voorwaarden, heeft het nieuwe artikel 44 §2bis van het btw-wetboek hierin verandering gebracht. In uitvoering hiervan heeft de algemene vergadering van IGEAN dienstverlening op 19 juni 2020 de statutenwijziging goedgekeurd, waarmee het principe van de zelfstandige groepering statutair verankerd wordt. Om effectief als zelfstandige groepering te kunnen optreden, heeft IGEAN dienstverlening de btw-administratie hiervan formeel in kennis gesteld aan de hand van het formulier 604B en bijhorende ledenlijst. Op deze ledenlijst staan alle deelnemers van IGEAN dienstverlening die aan te merken zijn als publiekrechtelijke instellingen die in principe niet btw-plichtig zijn. Ook de IVLW’s zijn opgenomen op de ledenlijst. Deze opname houdt op zich geen enkele verplichting tot intergemeentelijke samenwerking in; het creëert enkel de mogelijkheid tot samenwerking.
Het inwendig reglement
De spelregels die gelden voor de intergemeentelijke samenwerking werden vastgelegd in het inwendig reglement van de zelfstandige groepering dat volgende artikels omvat:
Artikel 1 – algemeen
Artikel 2 – aard van de samenwerking
Artikel 3 – vergoeding van de dienstverlening
Artikel 4 – rechten en verplichtingen deelnemende vennoten/leden
Artikel 5 – rechten en verplichtingen IGEAN dienstverlening.
De samenwerking is gericht op het verlenen door IGEAN dienstverlening van noodzakelijke, ondersteunende diensten aan de lokale besturen bij de uitvoering van hun taken.
De activiteiten - projectfiches
Bijlage 1 bevat verschillende projectfiches die telkens één activiteit van IGEAN dienstverlening beschrijven. Elke projectfiche is op dezelfde wijze opgebouwd en bestaat uit volgende elementen:
Deze projectfiches moeten het mogelijk maken om met voldoende kennis van zaken te beslissen of en voor welke activiteit het lokaal bestuur beroep wenst te doen op IGEAN dienstverlening. Elke projectfiche omschrijft duidelijk en transparant het concrete aanbod van IGEAN evenals de daarbij horende kostprijs en de wijze waarop deze kostprijs zal worden verdeeld over de verschillende deelnemers. De deelnemende vennoten/leden zijn niet verplicht om voor alle activiteiten beroep te doen op IGEAN dienstverlening.
Volgende projectfiches worden voorgelegd aan de gemeenteraad:
Aangezien het voor de meeste projectfiches over bestaande of recent opgestarte activiteiten gaat, heeft de gemeente hierover veelal reeds een gemeenteraadsbeslissing genomen. Deze gemeenteraadsbeslissingen werden echter niet genomen in het kader van IGEAN dienstverlening die optreedt als zelfstandige groepering. Om de intergemeentelijke samenwerking alsnog in het juiste juridische kader te brengen, is het aangewezen de eerdere beslissingen te bevestigen.
Voor zover de gemeente voor één of meerdere projectfiches nog geen gemeenteraadsbeslissing genomen heeft en dat alsnog wenst te doen, kan van deze gelegenheid gebruik gemaakt worden om de betrokken activiteit en bijhorende projectfiche goed te keuren.
Voordelen van de zelfstandige groepering
Een intergemeentelijke samenwerking met IGEAN dienstverlening die optreedt als zelfstandige groepering heeft als voordeel dat de betrokken activiteiten binnen bepaalde krijtlijnen vrijgesteld worden van btw. Bovendien wordt deze samenwerking vermoed niet concurrentieverstorend te zijn. De wetgeving overheidsopdrachten moet daarom in deze context niet door elk lokaal bestuur toegepast worden.
Om toepassing te kunnen maken van artikel 44 §2bis btw-wetboek gelden voor alle activiteiten volgende voorwaarden:
Er moet sprake zijn van een duurzame samenwerking tussen IGEAN dienstverlening en haar leden. Een ad hoc toe- of uittreding is niet toegestaan.
Aangezien de werking en het beleid van een lokaal bestuur in grote mate legislatuurgebonden is, wordt de termijn van de samenwerking met IGEAN dienstverlening gekoppeld aan de legislatuur + 1 jaar. Om evenwel voldoende continuïteit en deskundigheid te kunnen garanderen, geldt er steeds een termijn van minimum 2 jaar.
De samenwerking is bovendien preferentieel, wat concreet betekent dat de deelnemende vennoten/leden bij voorrang een beroep doen op IGEAN dienstverlening voor de uitvoering van de betrokken activiteiten en dat IGEAN dienstverlening deze diensten bij voorrang aanbiedt aan de lokale besturen die hiervoor een duurzame samenwerking hebben onderschreven.
Een duurzame, preferentiële samenwerking moet het mogelijk maken deskundig personeel aan te trekken en te houden, wat de continuïteit van de dienstverlening ten goede komt.
De leden van de zelfstandige groepering moeten overwegend (meer dan 50%) activiteiten hebben die van btw vrijgesteld zijn of buiten het toepassingsgebied van de btw vallen.
Overeenkomstig artikel 6, eerste lid van het btw-wetboek worden gemeenten niet als btw-belastingplichtigen aangemerkt voor de werkzaamheden of handelingen die zij als overheid verrichten, ook niet indien zij voor die werkzaamheden of handelingen rechten, heffingen, bijdragen of retributies innen. Om dit te bevestigen zal er jaarlijks een btw verklaring ter ondertekening voorgelegd worden aan de betrokken deelnemers (bijlage 2 inwendig reglement).
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het inwendig reglement van IGEAN dienstverlening die optreedt als zelfstandige groepering, zoals gevoegd als bijlage bij dit besluit.
De gemeenteraad neemt akte van de in bijlage 1 bij het inwendig reglement opgenomen projectfiches die, per activiteit van IGEAN dienstverlening - die optreedt als zelfstandige groepering - opgemaakt werden en bestaan uit het volgende:
1. Voorwerp van de opdracht;
2. Het concrete aanbod van IGEAN;
3. De kostprijselementen en de wijze van verdeling (parameters);
4. De raming (2021).
Rekening houdend met de reeds eerder genomen gemeenteraadsbeslissingen over de vermelde activiteiten, bevestigt de gemeenteraad de intergemeentelijke samenwerking met IGEAN dienstverlening, overeenkomstig de in artikel 2 bedoelde projectfiches:
- intergemeentelijke handhaving ruimtelijke ordening;
- intergemeentelijke werking lokaal woonbeleid;
- intergemeentelijke werking EnergieK huis (energie en klimaat).
De intergemeentelijke samenwerking met IGEAN dienstverlening - die optreedt als zelfstandige groepering - neemt een aanvang op 1 januari 2021.
IGEAN dienstverlening zal jaarlijks per activiteit aan alle deelnemers het bedrag van de raming opvragen bij wijze van voorschot. Gaat het om een subsidieproject, dan zal het bedrag van de raming verrekend worden met deze subsidies en zal enkel het eventueel saldo nog opgevraagd worden. Een eerste voorschot zal opgevraagd worden tegen uiterlijk 31 oktober 2021. Daarna zal het voorschot opgevraagd worden nadat de jaarlijkse afrekening voorgelegd werd.
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19 pandemie te versterken.
Besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19 pandemie te versterken, gewijzigd bij besluit van 7 mei 2021.
Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
Besluit gemeenteraad van 26 januari 2021 betreffende de goedkeuring aan de samenwerkingsovereenkomst met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid en de keuze voor optie 1 in het kader van de vraag van de Vlaamse overheid rond preventie en bestrijding van COVID-19 door bronopsporing.
Besluit gemeenteraad van 27 april 2021 betreffende de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid in het kader van de vraag van de Vlaamse overheid rond preventie en bestrijding van COVID-19 door bronopsporing en dit tot en met 30 juni 2021.
Besluit gemeenteraad van 25 mei 2021 betreffende de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid in het kader van de vraag van de Vlaamse overheid rond preventie en bestrijding van COVID-19 door bronopsporing en dit tot en met 31 augustus 2021.
De Vlaamse Regering legde op vrijdag 13 november 2020 de juridische en financiële contouren vast van de lokale bronopsporing en het lokale contactonderzoek in het kader van de preventie en bestrijding van de coronacrisis. Lokale besturen kregen de vraag van Vlaanderen om te kiezen tussen twee opties.
De gemeenteraad koos tijdens haar zitting van 26 januari 2021 voor optie 1 : inzet in sensibilisering, preventie, bronopsporing en quarantainecoaching. Het lokaal bestuur ontvangt hiervoor een forfaitaire financiering op basis van het aantal inwoners van de gemeente: 0,125 euro per inwoner en per maand. Deze subsidie had betrekking op de periode van 1 november 2020 tot en met 31 maart 2021.
De Vlaamse Regering gaf op 23 april 2021 haar goedkeuring aan een nieuw BVR voor de lokale preventie, sensibilisering, bronopsporing, quarantainecoaching en contactonderzoek, met een bijhorende (zelfde) subsidie. Optie 1 (preventie, sensibilisering, bronopsporing, quarantaine coaching) wordt gesubsidieerd van 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021.
Met haar wijzigingsbesluit van 7 mei 2021 verlengde de Vlaamse regering de subsidieperiode voor optie 1 tot 31 augustus 2021. De gemeenteraad besliste op 25 mei 2021 om de samenwerkingsovereenkomst hiervoor te verlengen.
De Vlaamse Regering keurde op 16 juli 2021 een nieuw besluit goed tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken. Dit besluit kent een specifieke subsidie toe aan de Vlaamse gemeenten ter ondersteuning van optie 1 en geldt voor de periode van 1 september tot en met 15 oktober 2021. Het subsidiebedrag van 0,125 euro per inwoner per maand blijft ongewijzigd.
Sedert de opstart vormt optie 1 bronopsporing en quarantainecoaching een belangrijk beheersinstrument om contacten van besmette personen snel te identificeren en in quarantaine te plaatsen, (uitbraak)clusters te detecteren en isoleren en burgers blijvend aan te moedigen en te sensibiliseren om de basismaatregelen vol te houden om zo de transmissie van het COVID-19 virus te doorbreken en deze pandemie in te dijken. Bronopsporing is, naast vaccinatie, een tweede belangrijke beschermingslinie tegen de verspreiding van het virus. Door ons direct contact met de burger en diepgaande kennis van de lokale situatie kunnen wij als lokaal bestuur de bronopsporing en quarantainecoaching heel doeltreffend aanpakken.Het is daarom aangewezen deze overeenkomst te verlengen tot en met 15 oktober 2021.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst tot en met 15 oktober 2021 met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid in het kader van de vraag van de Vlaamse overheid rond preventie en bestrijding van COVID-19 door bronopsporing, zoals gevoegd als bijlage bij dit besluit.
Artikel 106, §2 van het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Het vrijwillig ontslag van een vast aangesteld statutaire personeelslid geeft aanleiding tot de definitieve ambtsneerlegging. De aanstellende overheid neemt kennis van het ontslag. Het personeelslid wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de kennisneming. De datum waarop het statutaire personeelslid de dienst effectief verlaat, wordt vastgesteld in onderling akkoord tussen het personeelslid en de aanstellende overheid.
Hoofdstuk 2.3.2. 'Definitieve ambtsneerlegging van de statutaire medewerker' van de rechtspositieregeling goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 februari 2019.
De OCMW-raad (12 december 2007) benoemde Gert Buys, geboren op 23 augustus 1975, tot voltijds statutair OCMW-ontvanger. De gemeenteraad (22 oktober 2013) verleende goedkeuring aan de invulling van het ambt van financieel beheerder van de stad door OCMW-financieel beheerder Gert Buys met ingang van 1 december 2013.
Met zijn brief van 2 september 2021 deelt Gert Buys mee dat hij zijn ontslag wenst in te dienen.
De gemeenteraad neemt kennis van het ontslag van Gert Buys, financieel directeur.
De laatste werkdag wordt in onderling akkoord vastgelegd op 31 juli 2022.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, deel 2, titel 2, hoofdstuk 2, afdeling 1 'gemeenschappelijke bepalingen' en afdeling 3 'financieel directeur'.
Hoofdstuk 2.2 van de rechtspositieregeling goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 februari 2019 beschrijft de procedure om te bewegen naar de organisatie.
De gemeenteraad nam op 28 september 2021 akte van het ontslag van financieel directeur Gert Buys. De betrekking van financieel directeur wordt dus vacant en kan worden openverklaard.
De functiebeschrijving voor financieel directeur wordt aangepast in functie van de veranderende context. Hiervoor wordt als basis de functiebeschrijving gebruikt die opgemaakt werd door CC consult in een participatief traject met decretale graden.
Artikel 589 §3 en §4 van het decreet lokaal bestuur voorziet in het kader van de integratie gemeente en OCMW een aparte procedure dat de persoon, die in dat kader niet werd aangesteld als financieel directeur in het eigen bestuur, geacht wordt te voldoen aan de aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden die door de gemeenteraad worden vastgesteld voor de functie van financieel directeur. Deze personen dienen niet deel te nemen aan de reguliere selectieprocedure en zijn hiervan vrijgesteld. Indien zij-instromers zich kandidaat stellen heeft het lokaal bestuur omwille van het verplichte vergelijkende karakter van de aanwervingsprocedure de mogelijkheid een bijkomende proef te voorzien.
De gemeenteraad verklaart een voltijdse statutaire functie van financieel directeur open. Deze vacature wordt ingevuld via externe aanwerving. Er wordt een proefperiode van 1 jaar voorzien.
Er wordt een wervingsreserve aangelegd voor de kandidaten die geslaagd zijn het aanwervingsexamen en dit voor een periode van één jaar.
Voor de selectieprocedure voor financieel directeur zal beroep gedaan worden op een extern selectiebureau welke de procedure coördineert. Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de keuze van dit bureau op basis van de ingediende offertes via Poolstok.
§1. De bekendmaking van de vacature gebeurt via volgende kanalen:
- website lokaal bestuur Mortsel;
- website VDAB;
- sociale media;
- publicatie geschreven pers;
- website VVSG.
§2. De selectiecommissie bestaat uit:
- algemeen directeur lokaal bestuur Mortsel (intern jurylid);
- minstens één financieel directeur van een ander lokaal bestuur;
- één vertegenwoordiger van het selectiebureau.
§1. De kandidaten worden onderworpen aan verschillende selectietechnieken. De selectiecriteria en -technieken zijn afgestemd op de functiebeschrijving.
Voor de financieel directeur bevat de selectieprocedure een DNA-toets die resulteert in geslaagd of niet. Alleen de kandidaten die geslaagd zijn worden voor het volgende selectieonderdeel opgeroepen zijnde een schriftelijke en mondelinge capaciteits- en denkproef die het financieel-economisch inzicht toetst. Om geslaagd te zijn hiervoor moeten de kandidaten voor elk selectieonderdeel geslaagd zijn en 50% van de punten behalen en een totale eindscore van 60% behalen. De geslaagde kandidaten worden op punten gerangschikt.
De selectie wordt daarnaast aangevuld met een assessment center in volgorde van rangschikking. De resultaten hiervan zijn bindend.
§2. Indien zij-instromers zich kandidaat stellen wordt er een bijkomende proef georganiseerd voor de geslaagde kandidaten uit de selectieprocedure én de titularissen van de functie van financieel beheerder, die zich beroepen op artikel 589 §3 van het decreet lokaal bestuur (zij-instromers). In deze bijkomende proef wordt enerzijds de DNA-toets alsook het financieel-economisch inzicht nagegaan. De bijkomende proef bestaat uit een gestructureerd gesprek met de jury. De geslaagde kandidaten worden op punten gerangschikt en moeten minimum een totale score van 60% behalen.
De selectie wordt aangevuld met een assessment center in volgorde van rangschikking. De resultaten hiervan zijn bindend.
De aanwervingsvoorwaarden worden als volgt vastgesteld:
1) je hebt een masterdiploma of een diploma van het universitair onderwijs of een diploma van het hoger onderwijs van twee cycli, dat gelijkgesteld werd met universitair onderwijs in een economische of financiële studierichting;
2) 5 jaar relevante beroepservaring hebben;
3) de Belgische nationaliteit bezitten;
4) slagen in een selectieprocedure.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de functiebeschrijving van financieel directeur lokaal bestuur Mortsel.
De gemeenteraad heeft op 22 juni 2021 de jaarrekening 2020 vastgesteld. De jaarrekening werd gepubliceerd op de webtoepassing van de gemeente. Het gemeentebestuur bracht de toezichthoudende overheid op de hoogte van deze publicatie op 23 juni 2021 en bezorgde de digitale rapportering op 24 juni 2021.
Op basis hiervan onderzocht het Agentschap Binnenlands Bestuur de jaarrekening. Het nazicht heeft niet geleid tot formele vaststellingen. Een aantal technische bemerkingen werden geformuleerd en als bijlage bij dit punt gevoegd.
Omdat een aantal wettelijke schema's afwijken van de definitieve cijfers die via de digitale rapportering werden doorgestuurd, wenst het Agentschap dat de correcte schema' s opnieuw worden voorgelegd aan de raadsleden. De nota die deze nieuwe schema's bevat, alsook de verklaring van de verschillen, wordt bij dit punt gevoegd.
Bij besluit van 15 juli 2021 keurde de gouverneur de jaarrekening goed.
De gemeenteraad neemt akte van het besluit van de gouverneur van 15 juli 2021 tot goedkeuring van de jaarrekening over het financieel boekjaar 2020 van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Mortsel.
Artikel 263 van het decreet over het lokaal bestuur stelt dat er minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgrapportering over het eerste semester van het boekjaar wordt voorgelegd. De decreetgever legt op deze manier minstens een semestriële rapportering op. Een rapport bestaat altijd uit een terugkoppeling over de uitvoering van het meerjarenplan (beleidsnota) en de actuele financiële toestand (financiële nota). In het tweede en vierde kwartaal rapporteren we tevens over de dagelijkse werking en het personeel. Sinds 2020 rapporteren we in de kwartaalrapporten ook over de uitvoering van het organisatiebeheersingsplan. Het vierde kwartaalrapport is meteen onze jaarrekening en kan inhoudelijk beschouwd worden als het jaarverslag.
Het eerste deel van dit kwartaalrapport, de beleidsevaluatie, sluit aan bij de strategische nota van het meerjarenplan 2020-2025. Hier wordt weergegeven wat de realisatie is van de actieplannen waarover gerapporteerd moest worden in het eerste semester van 2021. We geven weer in welke mate het geplande beleid ook tot realisaties op het terrein heeft geleid. De beleidsevaluatie geeft een overzicht van de geboekte ontvangsten en uitgaven per doelstelling, actieplan en actie. We rapporteren zowel in het tweede kwartaal als het vierde kwartaal steeds over de stand van zaken van de actieplannen en acties van beleidsdoelstelling 6.4. 'Mortsel werkt systematisch aan een beheerste organisatie' conform Hoofdstuk 5 - Afdeling 1 'Organisatiebeheersing' van het decreet lokaal bestuur. Over een aantal actieplannen rapporteren we inhoudelijk pas later op het jaar maar de financiële gegevens zijn wel reeds zichtbaar.
Het tweede deel van dit kwartaalrapport, de financiële nota, bevat het vaste financiële schema’s J1: de doelstellingenrekening. Het derde deel, de toelichting, bevat het schema T2 wat een beeld geeft van de ontvangsten en uitgaven naar economische aard, een bespreking van de schema’s en een bespreking van de gewijzigde financiële risico’s tegenover het meerjarenplan.
Zoals gezegd geven we in het tweede kwartaal een overzicht van een aantal cijfers rond onze dagelijkse werking. Dit rapport rond de dagelijkse werking in kwartaal 1 en 2 wordt bijgesloten bij het kwartaalrapport.
De gemeenteraad neemt akte van het tweede kwartaalrapport 2021.
De gemeenteraad neemt akte van de rapportering van de actieplannen en acties van beleidsdoelstelling 6.4. Mortsel werkt systematisch aan een beheerste organisatie.
Het gemeenteraadsbesluit van 23 september 2008 waarin goedkeuring werd gegeven voor het lidmaatschap van de stad Mortsel bij de VZW Kempens Landschap.
Op 16 april 2021 liet Kempens Landschap per brief weten dat zijn activiteiten worden verdergezet onder de (nieuwe) rechtsvorm van een stichting van openbaar nut, opgericht onder de naam 'Stichting Kempens Landschap', met als (nieuw) ondernemingsnummer 0749.895.122.
Van deze gelegenheid wenst Stichting Kempens Landschap (de Stichting) gebruik te maken om de afspraken met de deelnemende lokale besturen (LB) te herbevestigen via bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst. Hierbij worden de voormalige werkingsprincipes hernomen, rekening houdende met de nieuwe rechtsvorm als stichting van openbaar nut.
Stichting Kempens Landschap levert in het algemeen belang een wezenlijke bijdrage tot het bewaren en publiek toegankelijk maken van landschappen en erfgoed door middel van verwerving, opwaardering en advisering.
De middelen voor de Stichting Kempens Landschap bestaan enerzijds uit een werkingssubsidie van de provincie Antwerpen, en anderzijds uit de jaarlijkse werkingsbijdrage die door de ondersteunende besturen worden ingebracht. Dit vertaalt zich vanuit het lokale bestuur in volgend getrapt engagement:
- het lokaal bestuur stemt in met een jaarlijkse solidariteitsbijdrage van 0,20 euro per inwoner, ten behoeve van de werking van de Stichting. Deze bijdrage is als het ware het toegangsticket tot de werking van de Stichting;
- het lokaal bestuur verleent een tussenkomst van 20%/30% (verwerving onroerende goederen boven 500.000,00 euro) in de totale verwervingskost (aankoopprijs + registratie- en aktekosten), daar waar de Stichting onroerend goed aankoopt. Deze bijdrage accentueert de betrokkenheid van de gemeente;
- het lokaal bestuur is financieel verantwoordelijk inzake onderhoud, beheer, inrichting en restauratie van het verworven goed en dit onder coördinatie en goed rentmeesterschap van de Stichting.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de samenwerkingsovereenkomst tussen stad Mortsel en Stichting Kempens Landschap voor herbevestiging van voormalige pijlers en werkingsprincipes rekening houdend met de nieuwe rechtsvorm als stichting voor openbaar nut.
De internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.
Het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken.
Het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030
Het Regeerakkoord Vlaamse Regering 2019-2024:
Ook de Vlaamse en lokale overheden nemen hun verantwoordelijkheid en geven het goede voorbeeld. Net zoals de Vlaamse Overheid zullen gemeenten, steden, intercommunales, OCMW's, provincies en autonome gemeentebedrijven worden gevraagd dat zij hun broeikasgassen met 40% reduceren in 2030 ten opzichte van 2015 en vanaf 2020 per jaar een energiebesparing van 2,09% realiseren op het energieverbruik van hun gebouwenpark (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed)
Het gemeenteraadsbesluit van 29 september 2020 waarin werd beslist het burgemeestersconvenant 2030 te ondertekenen.
De Vlaamse Regering keurde op 4 juni 2021 het lokaal energie- en klimaatpact goed. De lokale besturen wordt gevraagd om dit pact te onderschrijven.
Lokale besturen engageren zich om:
1) het Burgemeestersconvenant 2030 te ondertekenen en uit te werken (= opmaak klimaatactieplan) - dit heeft Mortsel al ondertekend;
2) een gemiddelde jaarlijkse primaire energiebesparing van minstens 2,09% (gemiddelde over de periode 2020-2030) te realiseren in de eigen gebouwen (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed) om uiteindelijk een reductie van de CO2-uitstoot van de eigen gebouwen en technische infrastructuur met 40% in 2030 ten opzichte van 2015 te realiseren - dit is haalbaar voor Mortsel mits realisatie van de geplande investeringen in het patrimonium van het lokaal bestuur;
3) tegen ten laatste 2030 de openbare verlichting volledig te verLEDden - dit is voor Mortsel in orde op basis van de goedgekeurde overeenkomst met Fluvius;
4) het draagvlak voor hernieuwbare energie te verhogen door geen heffing op hernieuwbare energie-installaties in te voeren en bestaande, zoals de heffing op pylonen van windmolens, af te bouwen tegen ten laatste 2025 - in Mortsel zijn geen heffingen op dit vlak aanwezig;
5) lokale warmte- en sloopbeleidsplannen opmaken - voor Mortsel werd de vraag voor de opmaak van een warmteplan al gesteld via Warmte Verzilverd. Voor sommige woningen of gebouwen kan het energetisch zinvoller en technisch haalbaarder zijn om te slopen en te herbouwen in plaats van te renoveren. Voor de sloopbeleidsplannen kan het eigen patrimoniumbeleid als basis dienen en is er ook bij de Vlaamse overheid en VVSG nog geen duidelijkheid hoe dit voor het private patrimonium moet gerealiseerd worden.
6) burgers, bedrijven en verenigingen te stimuleren om samen met het lokaal bestuur de concrete en zichtbare streefdoelen uit de vier werven van het Pact te behalen.
Deze werven staan volledig vermeld in het pact en hebben betrekking op vier thema's:
De Vlaamse overheid voorziet een jaarlijks trekkingsrecht per lokaal bestuur om deze engagementen uit te voeren (inspanningsverbintenis). Voor Mortsel bedraagt het trekkingsrecht 2021 minstens 85.648,00 euro. De volgende jaren wordt telkens een nieuw trekkingsrecht voorzien (juiste bedragen nog niet bekend).
Jaarlijks moet er via de jaarrekening en de gemeenteraad gerapporteerd worden hoe deze middelen worden ingezet en dient het lokaal bestuur per euro van de Vlaamse overheid zelf ook een euro bijdragen aan de realisatie van dit pact. Deze uitgaven kunnen zowel dienen voor investeringen, werkingsmiddelen of personeelskosten, ook gekoppeld aan de uitvoering van de vier werven.
De Vlaamse overheid engageert zich om:
1) via het Netwerk Klimaat professionele ondersteuning te bieden aan de lokale besturen, zoals bepaald in het subsidiebesluit en de werkprogramma’s;
2) via andere partners binnen de Vlaamse overheid (bv. VEB (Vlaams Energiebedrijf) met het SURE2050-project voor het publiek patrimonium) lokale besturen projectmatige ondersteuning te bieden;
3) samen met de lokale besturen actief mee te werken aan het elimineren van de mogelijke hindernissen die lokale besturen ondervinden in het realiseren van de ambities binnen dit pact;
4) haar eigen voorbeeldfunctie in te vullen en relevante actoren te overtuigen om het pact te ondertekenen;
5) in samenspraak met het middenveld, onderzoeksinstellingen en de verschillende sectororganisaties de wederzijdse engagementen in het kader van het pact op te volgen en te stroomlijnen;
6) aan lokale besturen (en/of andere actoren) de beleidsmaatregelen, voorzien door de Vlaamse, federale en Europese begroting, actief en stelselmatig te promoten die nuttig kunnen zijn om mee de doelstellingen van het pact te realiseren.
De gemeenteraad beslist het lokaal energie- en klimaatpact van de Vlaamse Overheid te ondertekenen.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 mei 2018 waarin de opdracht tot ontwikkeling van het project Stadsterras Oude God werd gegund.
Het collegebesluit van 20 augustus 2018 waarin de overeenkomsten met opdrachtnemer DMI Vastgoed nv (vanaf juni 2019 omgevormd naar Ciril nv) voor het ontwerp en de bouw van de publieke delen en voor de vestiging van een opstalrecht met het oog op de realisatie van de private delen in het kader van het project ontwikkeling Stadsterras Oude God werden goedgekeurd.
Authentieke akte verleden voor notaris Tine Landuydt te Mortsel op 8 augustus 2019 waarbij stad Mortsel een recht van opstal geeft aan de NV Ciril met het oog op de verwezenlijking van het project “Stadsterras Oude God”.
Op 22 mei 2018 werd door de gemeenteraad de opdracht tot ontwikkeling van het project Stadsterras Oude God gegund aan DMI Vastgoed nv.
Op 5 september 2018 werd de DB-overeenkomst (design and build) voor de publieke delen van het stadsontwikkelingsproject Stadsterras ondertekend. Betrokken partijen zijn de stad Mortsel, de Sociale Huisvestingsmaatschappij De Ideale Woning cvba en LBC-NVK Volwassenonderwijs vzw samen als publieke opdrachtgevers en DMI Vastgoed NV als opdrachtnemer voor het ontwerp en de bouw van diverse publieke delen.
Intussen werden twee wijzigingen aangebracht aan de DB-overeenkomst:
- in het kader van een optimalisatie van de interne financiering heeft LBC-NVK Volwassenonderwijs vzw haar rechten en verplichtingen onder de D&B-Overeenkomst integraal overgedragen aan Eigen Hulp cvba, met instemming van alle betrokken partijen;
- vanaf juni 2019 gaat DMI Vastgoed verder onder de naam Ciril NV.
De DB-overeenkomst omvat volgende deelopdrachten:
- publiek deel A voor rekening van de stad: de aanleg van het publiek domein tussen de gebouwen; de aanleg van een deel van het centraal park, namelijk het gedeelte palend aan de woonprojecten en naar opgelegd ontwerp door Studiebureau Stramien en ARA, opgemaakt in opdracht van de stad Mortsel;
- publiek Deel B voor rekening van de stad (of AGB Mortsel): de realisatie van een ondergrondse parkeergarage met publieke parkeerplaatsen;
- publiek deel C voor rekening van Eigen Hulp cvba: de realisatie van school voor volwassenenonderwijs;
- publiek deel D voor rekening van De Ideale Woning: de realisatie van sociale woningen.
Er zullen eveneens appartementen worden voorzien in hetzelfde gebouw waarin de school gevestigd zal worden. Ook de ondergrondse parkeergarage loopt deels onder de projectzone dit gebouw. Dit maakt dat er een mede-eigendom wordt gecreëerd waardoor we het perceel grond niet volledig kunnen overdragen aan Eigen Hulp cvba. Op dit moment zijn er immers nog geen verkavelingsakte en statuten van het toekomstig gebouw waardoor we ook nog geen grondaandelen kunnen toekennen aan de mede-eigendom van de school.
Voor de financiering van hun nieuwe infrastructuur heeft Eigen Hulp cvba een subsidieaanvraag lopen bij Agion (Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs – Vlaamse overheid). Een subsidievoorwaarde is evenwel dat zij eigenaar zijn of een langdurig zakelijk recht kunnen aantonen op de gronden waarop de infrastructuur zal worden opgericht. In afwachting op een eigendomsoverdracht werd in samenspraak door de verschillende notarissen onderhavige verkoop-/aankoopbelofte uitgewerkt zodat Eigen Hulp cvba kan voldoen aan de subsidievoorwaarde en we tevens de krijtlijnen van de grondoverdracht alsook de opgerichte of nog op te richten constructies van het schoolgebouw aan Eigen Hulp cvba vastleggen.
De gemeenteraad hechtte op 2 maart 2021 goedkeuring aan de wijziging van het rooilijntracé zoals aangeduid in het voorstel van het verkavelingsdossier Stadsterras OMV_2020135864.
Het college besliste op 8 maart 2021 om de omgevingsvergunning OMV_2020135864 aangevraagd door CIRIL NV voor het verkavelen van de gronden Stadsterras in 11 loten, Mechelsesteenweg goed te keuren.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de verkoop-/aankoopbelofte voor de grondaandelen die verbonden zijn aan het op te richten schoolgebouw als onderdeel van een gebouwencomplex met gemengde functie (schoolgebouw en appartementen) van het project Stadsterras in uitvoering van de design and build overeenkomst. De verkoop-/aankoopbelofte wordt afgesloten tussen de stad Mortsel en Eigen Hulp cvba, waarbij Ciril NV de overeenkomst mee ondertekent als houder van het recht van opstal voor de projectzone.
BTW Circulaire nr. 17 van 22 januari 1971 over “Verenigingen in deelneming (VID) en tijdelijke verenigingen”: In feite betreft het hier een contract tussen partijen (2 of meer), ook wel “Stille Maatschap” genoemd, waarbij de deelnemende partijen participeren in handelingen (= dienstprestaties) die de ene of de andere partij in hun naam beheert.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 mei 2018 waarin de opdracht tot ontwikkeling van het project Stadsterras Oude God werd gegund.
Het collegebesluit van 20 augustus 2018 waarin de overeenkomsten met opdrachtnemer DMI Vastgoed nv (vanaf juni 2019 omgevormd naar Ciril nv) voor het ontwerp en de bouw van de publieke delen en voor de vestiging van een opstalrecht met het oog op de realisatie van de private delen in het kader van het project ontwikkeling Stadsterras Oude God werden goedgekeurd.
Artikel 4:1, 4:2, 4:3 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen van 23 maart 2019. Deze maatschap (de Maatschap) heeft een stil karakter overeenkomstig artikel 4:1, lid 2 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
Op 8 augustus 2019 verleende stad Mortsel via authentieke akte een recht van opstal aan de NV Ciril met het oog op de verwezenlijking van het project “Stadsterras Oude God”.
Op 22 mei 2018 werd door de gemeenteraad de opdracht tot ontwikkeling van het project Stadsterras Oude God gegund aan DMI Vastgoed nv (vanaf juni 2019 omgevormd naar Ciril nv).
In het kader van de projectontwikkeling werd een recht van opstal verleend aan Ciril nv.
Naast dit zakelijk recht zullen stad Mortsel en Ciril nv een contract “Stille Maatschap” afsluiten om de opbrengsten van de grondverkopen op een correcte wijze, conform de gemaakte afspraken, vrij van BTW te verdelen over beide partijen. In deze stille maatschap zal de grondeigenaar (= stad Mortsel) de actieve maat zijn en de projectontwikkelaar Ciril nv de stille maat, waarbij de opbrengsten uit de grondverkopen verdeeld worden over de stille maat en de actieve maat.
De structuur van “Stille Maatschap” is op het volgende gebaseerd:
1) de verbintenis van de grondeigenaar (= stad Mortsel) om (i) haar grondaandelen enkel te verkopen samen met de opstallen die op de grondaandelen worden opgericht door de projectontwikkelaar en om (ii) het genot van haar grondaandelen, inclusief de verkoopopbrengsten in te brengen in de stille maatschap;
2) de verbintenis van de projectontwikkelaar om in te staan voor de financiering van de grondgebonden kosten.
Zowel op plan als na voorlopige oplevering worden enerzijds door de grondeigenaar en anderzijds door de projectontwikkelaar, als eigenaar van de opgerichte opstallen, de residentiële units verkocht aan de verschillende kopers, die registratierechten betalen op de aankoop van de grondaandelen en BTW op de aankoop van de opstallen.
In uitvoering van de overeenkomst Stille Maatschap heeft de stad Mortel zich ertoe verbonden om het penvoerderschap van de maatschap waar te nemen alsook het bestuur en de vertegenwoordiging van de maatschap. Deze verplichtingen en bevoegdheden kunnen door de stad Mortsel evenwel worden gedelegeerd aan een lasthebber. Met voorliggende lastgevingsovereenkomst delegeren we het volledige beheer van de maatschap aan Ciril nv (boekhouding, inschrijving UBO - KBO, volledige administratie, enz.).
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de overeenkomst Stille Maatschap voor het project Stadsterras Oude God, af te sluiten tussen stad Mortsel en projectontwikkelaar Ciril nv, om de opbrengsten van de grondverkopen vrij van BTW te verdelen over beide partijen conform de gemaakte afspraken.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de lastgevingsovereenkomst bij de overeenkomst Stille Maatschap waarbij stad Mortsel het volledige beheer van de maatschap delegeert aan Ciril nv.
De wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel 36, § 1 bepaalt de voorwaarden van de openbare procedure, artikel 42, § 1, 2° bepaalt dat de aanbestedende overheid, mits akkoord van de aannemer, de opdracht kan herhalen gedurende een periode van drie jaar na de sluiting van de oorspronkelijke opdracht en artikel 43 betreffende raamcontracten.
Op verschillende plaatsen in Mortsel zijn voet- en fietspaden aan vernieuwing toe. De aard van herstelling is vaak zo omvangrijk dat onze eigen diensten deze werken niet kunnen uitvoeren. Via een raamcontract kan de aannemer op korte termijn inspringen waar nodig (meerjarenplanning 2020-2024). De ingrepen kunnen variëren van vernieuwen voetpadtegels, aanpassingen plantvakken, plaatselijke ingrepen in het wegprofiel,… tot vernieuwen toplaag asfaltverharding.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de lastvoorwaarden van bijzonder bestek 2022 W 6 voor de opdracht tot herstelling van voet- en fietspaden gedurende dienstjaar 2022 volgens een raamcontract en beslist deze opdracht te plaatsen bij wijze van openbare procedure tegen een geraamd totaalbedrag van 375.000,00 euro, incl. BTW.
De wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (limiet van 139.000,00 euro, excl. BTW niet overschreden) en artikel 43 betreffende raamcontracten. De opdracht wordt gegund bij wijze van onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De huidige opdracht voor het leveren van koffie, thee en toebehoren loopt af op 31 december 2021. Daarom heeft de centrale aankoopdienst een nieuw bestek opgemaakt voor het leveren van fairtrade koffie, fairtrade thee en toebehoren, evenals het in bruikleen stellen van espressotoestellen met onderhoudscontract en andere materialen voor lokaal bestuur.
Het afsluiten van een raamcontract schept een kader aan voorwaarden waarbinnen we concrete opdrachten kunt toewijzen en bekomen we voordeligere prijzen dan bij afzonderlijke bestellingen.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de lastvoorwaarden voor de opdracht tot het leveren van fairtrade koffie, fairtrade thee en toebehoren 2022-2025, volgens raamcontract, voor het lokaal bestuur, zoals beschreven in het bijzonder bestek 2022 L 8, en beslist deze opdracht te plaatsen bij wijze van onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking voor een geraamd bedrag van 150.000,00 euro, incl. BTW, per vier jaar.
De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
De wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel 36, § 1 bepaalt de voorwaarden van de openbare procedure en artikels 2, 36° en 48 die een gezamenlijke realisatie van de opdracht in naam en voor rekening van meerdere aanbesteders toelaat.
Het onderhoud en de herstelling van moderne verwarmingstoestellen en luchtbehandelingsgroepen kan enkel gebeuren door erkende en gespecialiseerde technici. De huidige opdracht loopt af op 31 december 2021. Bijgevolg heeft de centrale aankoopdienst een nieuw bestek opgemaakt.
Het betreft de installaties in volgende gebouwen van de stad: Sportstudio Parkschool, JOC Centraal, GTI, Mark Liebrecht Schouwburg, Theatercafé, bibliotheek, Hoeve Dieseghem, AMWD, Jenaplanschool Lieven Gevaert, gebouw Antwerpsestraat 44-46 (LBC), ABK, zaal 't Parkske, gebouw cluster ruimte (FORT 4), kloostergebouw Sint-Lutgardis (LBC-VO), stadswerken, begraafplaats Cantincrode, kinderdagverblijf 2 onder 1 dak en BKO De Rode Kubus.
Het bestek voorziet de mogelijkheid om buiten dienst gestelde gebouwen uit de opdracht te halen en nieuwe gebouwen in op te nemen.
Het betreft een gezamenlijke opdracht van stad, OCMW en AGB waarbij de stad optreedt als aanbestedende overheid.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de lastvoorwaarden van het bijzonder bestek 2022 D 5 voor het periodiek en preventief onderhoud van de verwarmings- en ventilatie-installaties in de gebouwen van het lokaal bestuur en besluit deze opdracht te plaatsen bij wijze van openbare procedure tegen een geraamd totaalbedrag van 304.920,00
euro, incl. BTW, per vier jaar waarvan 150.040,00 euro, incl. BTW, per vier jaar ten laste van de stad.
De wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (limiet van 139.000,00 euro, excl. BTW niet overschreden),artikels 2, 36° en 48 die een gezamenlijke realisatie van de opdracht in naam en voor rekening van meerdere aanbesteders toelaat en artikel 43 betreffende raamcontracten. De opdracht wordt gegund bij wijze van onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
In diverse gebouwen en scholen van het lokaal bestuur liggen aan de inkom antivuilmatten. Deze zijn noodzakelijk om te vermijden dat de gangen en de lokalen voortdurend vuil worden door bijvoorbeeld slijk aan schoenen.
De huidige opdracht voor het huren van antivuilmatten loopt af op 31 december 2021. Daarom heeft de centrale aankoopdienst een nieuw bestek opgemaakt voor het huren van antivuilmatten voor het lokaal bestuur. Het bestek voorziet de mogelijkheid om buiten dienst gestelde gebouwen uit de opdracht te halen en nieuwe gebouwen in op te nemen.
Het betreft een gezamenlijke opdracht van stad, OCMW en AGB waarbij de stad optreedt als aanbestedende overheid.
Het afsluiten van een raamcontract schept een kader aan voorwaarden waarbinnen we concrete opdrachten kunnen toewijzen en voordeligere prijzen kunnen bekomen dan bij afzonderlijke bestellingen.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de lastvoorwaarden van het raamcontract voor het huren van antivuilmatten 2022-2025 voor diverse gebouwen en scholen van het lokaal bestuur, zoals beschreven in het bijzonder bestek 2022 D 7, en beslist deze opdracht te plaatsen bij wijze van onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking voor een geraamd bedrag van 80.000,00 euro, incl. BTW, per vier jaar.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139.000,00 euro niet), en meer bepaald artikel 2, 6° en 7°a (de aanbestedende overheid verricht gecentraliseerde aankoopactiviteiten voor de verwerving van leveringen of diensten die bestemd zijn voor aanbesteders) en artikel 43 betreffende raamcontracten.
Jaarlijks bestellen onze diensten regelmatig materialen voor de herstelling en het onderhoud van verwarming en sanitair in de gebouwen van het lokaal bestuur. Deze werken worden in eigen beheer uitgevoerd. Een raamcontract is het aangewezen instrument om deze stroom aan bestellingen te faciliteren. Het afsluiten van een raamcontract schept een kader aan voorwaarden waarbinnen we concrete opdrachten kunnen toewijzen en voordeligere prijzen kunnen bekomen dan bij afzonderlijke bestellingen.
De levering van de materialen gebeurt naargelang de noodwendigheden.
Op 31 december 2021 loopt de huidige opdracht af. De centrale aankoopdienst heeft daarom een nieuw bestek voor deze opdracht opgesteld.
De stad Mortsel treedt op als aankoopcentrale voor het OCMW en het AGB.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de lastvoorwaarden van het bijzonder bestek 2022 L 1 voor de levering van benodigdheden voor verwarming & sanitair voor de uitvoering van werken door eigen diensten, volgens een raamcontract, en beslist de opdracht te plaatsen bij wijze van onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking tegen een geraamd totaalbedrag van 144.000,00 euro, incl. BTW, per vier jaar waarvan 100.000,00 euro, incl. BTW, per vier jaar voor de stad.
Gelet op werken die in de maand juni uitgevoerd werden in de Dieseghemlei pare kant, lage huisnummers.
Gelet dat de wegenis daarvoor helemaal werd open gebroken en diepe putten gegraven. 2x opengebroken gedeelte met afmetingen 3 x 1,5 meter.
Gelet dat deze putten enkel werden dicht gegooid met wat beton, zonder te egaliseren of hierover asfalt aan te brengen.
Na het bouwverlof bleef de situatie onveranderd en ik diende eind juli een schriftelijk verzoek in bij het CBS tot dringend herstel van de wegenis aldaar.
Indien dringend herstel niet mogelijk was, alvast daar de nodige waarschuwingsborden te plaatsen.
De vraag bij het CBS was ingegeven door de bezorgdheid van mezelf als raadslid én als burger voor de veiligheid van de fietser in deze fietsstraat. Ik nodig ieder lid van het college eens uit om met de fiets over deze 2 uitgebroken stukken wegenis te rijden.
Nu, 3 weken na schriftelijke vraag aan het CBS en minder dan twee weken voor aanvang van het nieuwe schooljaar is de situatie aldaar onveranderd. Ook waarschuwingsborden zijn nog steeds niet geplaatst. Opnieuw moet ik vaststellen dat terechte bekommernissen van raadsleden door dit bestuur niet ernstig worden genomen en er ook niet wordt op ingegaan. Het raadslid rest dan enkel nog de gemeenteraad om deze vorm van onbehoorlijk bestuur, waarbij de veiligheid van de zwakke weggebruiker in gevaar komt, via een interpellatie te bespreken.
voorstel van beslissing
De gemeenteraad vraagt het onmiddellijke herstel van de wegenis Dieseghemlei thv huisnummers 10 en 12 en dit voor de veiligheid van de fietser in deze fietsstraat.
Voor het zomerreces heb ik het college al onder de aandacht gebracht dat er opnieuw graffiti-spuiters actief zijn in onze stad. Dit lijkt ondertussen niet te stoppen.
Sinds kort wordt niet alleen openbaar domein maar ook privaat domein door deze spuiters onder handen genomen. Met foto's toon ik jullie enkele voorbeelden.
Opvallend is ook dat de graffiti-spuiterij op één van de oriëntatiepunten in onze stad, of voor sommigen onder ons beter gekend als landmark, ongemoeid blijft. De betonnen constructie op de hoek Eggestraat / Krijgsbaan, met daarbij een opvallende tekst, is besmeurd met zeer storende graffiti.
In het 'mooi Mortsel' van de N-VA - Vooruit - Open VLD coalitie vindt men dit blijkbaar een meerwaarde en laat men dit ondertussen reeds 4 (!!) maanden ongemoeid. Triest ...
Ik stel dan ook aan het college de volgende vragen :
Hoe staat het met de graffiti spuiter / spuiters in onze stad ? Zijn ze reeds gevat?
(volgens de informatie van dhr burgemeester op mijn eerdere interpellatie in het voorjaar, was dit een prioriteit)
Wat met het besmeuren van privaat eigendom en waar kunnen de eigenaars hiervoor terecht?
Vinden jullie het als college normaal dat de zeer storende graffiti aan het oriëntatiepunt Eggestraat - Krijgsbaan er ondertussen al 4 maanden op hangt? Is dit jullie opvatting van een 'mooi Mortsel'? Waar is de dure machine eerder aangekocht door de stad Mortsel om graffiti te verwijderen en waarom kan deze hiervoor niet ingezet worden?
voorstel van beslissing
De gemeenteraad wenst de onmiddellijke verwijdering van de storende graffiti op de hoek Eggestraat / Krijgsbaan.