Het AGB Mortsel en Van Roey sloten op 5 augustus 2010 een samenwerkingsovereenkomst met als voorwerp het ontwerp, de bouw en de exploitatie van een ondergrondse parkeergarage onder het Stadsplein in Mortsel (Deel A), de heraanleg van het Stadsplein van Mortsel (Deel B), en de bouw van een multifunctioneel gebouw op het Stadsplein (Deel C).
De Algemene Aannemingsvoorwaarden zoals bepaald in de Bijlage van het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken.
Een concessie is een overeenkomst onder bezwarende titel waarbij een of meer aanbesteders werken laten uitvoeren door een of meer ondernemers of diensten laten verrichten, waarvoor de tegenprestatie bestaat hetzij uitsluitend in het recht het werk dat of de diensten die het voorwerp van de overeenkomst vormen, te exploiteren, hetzij in dit recht en een betaling.
Het onderscheid met een klassieke overheidsopdracht is dat een concessie voor werken of diensten gepaard gaat met het toekennen van een exploitatierecht aan de ondernemer, als wijze van tegenprestatie. De private partner wordt dus niet
uitsluitend betaald in geld, maar wordt vergoed door de gebruikers van het werk of de dienst.
Op 1 februari 2016 werd de dagvaarding van Groep van Roey nv betreffende de verlieslatende exploitatie van de ondergrondse parking op het Stadsplein ontvangen. Zowel de stad Mortsel als het AGB Mortsel werden gedagvaard.
Het college (8 februari 2016) stelde meester Annelies Verlinden, DLA Piper UK LLP, Louizalaan 106 te 1050 Brussel, aan om de belangen van de stad Mortsel te verdedigen inzake de dagvaarding van Groep Van Roey nv.
De rechtbank van eerste aanleg Antwerpen afdeling Antwerpen heeft de vordering van Groep Van Roey bij vonnis van 3 maart 2017 ongegrond verklaard.
Groep Van Roey tekende hoger beroep aan met een verzoekschrift neergelegd ter griffie op 22 augustus 2017.
Met het arrest van 11 januari 2021 heeft het hof van beroep de vordering van Van Roey gedeeltelijk gegrond verklaard. Het hof kent Groep Van Roey ex aequo et bono een schadevergoeding toe van 400.000 euro (zonder nadere verduidelijking), meer de moratoire interesten aan de wettelijke rentevoet vanaf 1 februari 2016 tot de dag van de volledige betaling. Stad Mortsel en AGB Mortsel zijn solidair veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding.
Het college nam op 25 januari 2021 akte van het arrest en besliste aansluitend om cassatie-advies in te winnen bij een advocaat bij het Hof van Cassatie.
De gemeenteraad neemt akte van het arrest van het hof van beroep van 11 januari 2021 waarin de vordering van Groep Van Roey gedeeltelijk gegrond werd verklaard.