De vorige zitting van de OCMW-raad vond plaats op 15 december 2020. De notulen van de vorige vergadering dienen goedgekeurd te worden.
De OCMW-raad hecht goedkeuring aan de notulen van de OCMW-raad van 15 december 2020.
Besluit OCMW-raad van 8 januari 2019 waarbij de leden van het BCSD voor de legislatuur 2019-2024 werden verkozen.
Per e-mail van 28 december 2020 ontving de voorzitter van de gemeenteraad het ontslag van Luc Van Grieken als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Voor de fractie Vlaams Belang werd Jozef De Backer aangeduid als opvolger. De heer Jozef De Backer heeft de hoedanigheid van Belg behouden, is meer dan 18 jaar oud en is in de bevolkingsregisters van de stad ingeschreven. Hij verkeert in geen enkel geval van onverkiesbaarheid.
Jozef De Backer kan derhalve worden toegelaten tot het afleggen van de eed.
De OCMW-raad neemt akte van het ontslag als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst van Luc Van Grieken.
De OCMW-raad stelt vast dat Jozef De Backer tot het mandaat van lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst kan toegelaten worden. Hij legt vervolgens in handen van de voorzitter de eed af waarvan de formule luidt als volgt:
"Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."
De voorzitter verleent akte van deze eedaflegging en verklaart de heer Jozef De Backer aangesteld als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst. De heer Jozef De Backer zal het mandaat van de heer Luc Van Grieken voleindigen.
Besluit OCMW-raad van 23 juni 2020 waarbij goedkeuring werd gehecht aan de deontologische code voor mandatarissen.
De geloofwaardigheid en de integriteit van de politieke organen wordt in sterke mate beïnvloed door de wijze waarop de leden van het college/vast bureau, de raad en het bijzonder comité met elkaar omgaan.
Elk lid van deze organen en elk personeelslid van de organisatie is een medemens en medeburger en verdient respect. Wanneer raadsleden elkaar respecteren zorgt dit voor een betere beraadslaging en dit leidt tot zorgvuldigere en dus betere beslissingen.
Om deze omgangsvormen te kanaliseren zijn er een huishoudelijk reglement en een deontologische code gebaseerd op de geldende wetgeving.
De decreetgever stelt echter niet vast hoe en door wie de handhaving van de deontologische code van de raad plaatsvindt. Een aanpassing van de code is daarom nodig zodat hier duidelijkheid over bestaat. Daarom het voorstel een adviesgroep deontologie op te richten die mogelijke schendingen onderzoekt en hierover een advies formuleert aan de raad.
De OCMW-raad heft met onmiddellijke ingang artikelen 55 tot en met 57 van de deontologische code op en hecht goedkeuring aan de gewijzigde artikelen als volgt:
"HET SIGNALEREN VAN VERMOEDENS VAN SCHENDINGEN - ARTIKEL 55
Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan melding maken bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Indien het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de raad, die dan meteen doorverwijst naar de adviesgroep deontologie om een vooronderzoek te doen. De adviesgroep deontologie is samengesteld uit de voorzitter van de raad of zijn/haar vervanger, de algemeen directeur of zijn/haar vervanger en de integriteitscoördinator.
HET ONDERZOEKEN VAN VERMOEDENS VAN SCHENDINGEN - ARTIKEL 56
Wanneer er na vooronderzoek door de adviesgroep deontologie een concreet vermoeden bestaat dat een lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, verrichten zij een uitgebreid onderzoek hiernaar.
Op 24 november 2020 sloten de Vlaamse regering, de vakbonden en de werkgeversfederaties in de publieke en private socialprofitsectoren een voorakkoord over een opwaardering van een aantal sectoren waaronder de zorgvoorzieningen. Dit moeten leiden tot een betere verloning, meer mensen op de werkvloer en meer werkbaar werk. De Vlaamse regering maakt hiervoor vanaf januari 2021 elk jaar 577 miljoen euro vrij: 412 miljoen euro voor koopkracht en 165 miljoen euro voor kwaliteit. Het voorakkoord biedt perspectief voor een blijvende opwaardering van maar liefst 180.000 mensen, waarvan 40.000 in de publieke sector.
In uitvoering van dit voorakkoord sloten de sociale partners en de Vlaamse regering op 22 december 2020 een VIA6-akkoord met koopkrachtmaatregelen voor de publieke sector af. Hierover werd op 23 december 2020 onderhandeld in het comité C1 voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap.
Een van de maatregelen in het akkoord is de verhoging van de eindejaarstoelage van het jaar 2020. Omwille van de COVID-19 crisis wensen de sociale partners op zeer korte termijn een financiële waardering te geven aan het personeel in de VIA-zorgsectoren.
De verhoging van de eindejaarstoelage van het jaar 2020 wordt toegekend aan het personeel tewerkgesteld in de sectoren die onder het toepassingsgebied van het VIA6-akkoord van 22 december 2020 ressorteren, maar met uitzondering van het personeel van de socio-culturele sector (vrijetijdsdiensten, jeugddiensten, sportdiensten…). Dit betekent dat de verhoging van de eindejaarstoelage voor het personeel in de zorg geldt voor al het personeel dat in de DMFA-aangifte een VIA-deelcode heeft toegewezen gekregen, met uitzondering van de deelcodes 102 (dienstencheques) en 500-512 (socio-culturele sector). Het personeel tewerkgesteld met VIA-code 509 (lokale diensteneconomie) moet meegenomen worden voor de eenmalige verhoging van de eindejaarstoelage, als deze personen van de lokale diensteconomie tewerkgesteld zijn in één van de VIA sectoren.
Concreet wordt het variabel bedrag van de eindejaarstoelage van 2020 verhoogd met 1,1%. Voor het personeel in de ouderenzorg dat momenteel een lagere eindejaarstoelage (attractiviteitspremie) ontvangt, wordt het vast bedrag van de eindejaarstoelage van 2020 bovendien verhoogd zodat het vast bedrag 1.288,43 euro bedraagt.
De verhogingen mogen in het totaal nooit leiden tot een eindejaarstoelage die hoger is dan een twaalfde van het jaarsalaris.
De OCMW-raad beslist voor het personeel in de zorg tewerkgesteld in de erkende diensten van ouderenzorg, woonzorgcentra, thuiszorg (gezinszorg en aanvullende thuiszorg), kinderopvang, lokale dienstencentra, groepen van assistentiewoningen, diensten logistieke hulp en diensten voor onthaalouders, met uitzondering van het personeel dat een attractiviteitspremie ontvangt, het variabel bedrag van de berekening van de eindejaarstoelage van het jaar 2020 met 1,1% te verhogen, rekening houdend met de prestatiebreuk van het personeelslid, zodat de nieuwe berekeningswijze voor een voltijds equivalent als volgt is: 1.288,43 euro vast bedrag + 3,6% variabel bedrag (+1,1%) = nieuw bedrag eindejaarstoelage 2020 (VTE).
De OCMW-raad beslist voor het personeel in de ouderenzorg dat tot nu toe een attractiviteitspremie ontving, het vast bedrag tot 1.288,43 euro (inclusief het bedrag van de attractiviteitspremie 2020) en het variabel bedrag van de berekening van de eindejaarstoelage van het jaar 2020 met 1,1% te verhogen, rekening houdend met de prestatiebreuk van het personeelslid, zodat de nieuwe berekeningswijze voor een voltijds equivalent als volgt is: 1.288,43 euro vast bedrag (inclusief het bedrag van de attractiviteitspremie 2020) + 3,6% variabel bedrag (+1,1%) = nieuw bedrag eindejaarstoelage 2020 (VTE).
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19 pandemie te versterken
De Vlaamse Regering legde op vrijdag 13 november 2020 de juridische en financiële contouren vast van de lokale bronopsporing en het lokale contactonderzoek in het kader van de preventie en bestrijding van de coronacrisis. Lokale besturen kregen de vraag van Vlaanderen om te kiezen tussen twee opties. Aan beide opties hangt een subsidie voor het lokaal bestuur voor de inspanningen die het bestuur in dit kader levert. De twee mogelijke opties zijn:
Optie 1: inzet in sensibilisering, preventie, bronopsporing en quarantainecoaching
een forfaitaire financiering op basis van het aantal inwoners van de gemeente: 0,125 euro per inwoner en per maand
Optie 2: inzet in sensibilisering, preventie, bronopsporing, quarantainecoaching en contactonderzoek
krijgen voorgaande forfaitaire subsidie en daarnaast nog een variabele subsidie van 100 euro per afgehandeld ticket/werkorder van een nieuwe indexpatiënt, inclusief de werkorders/tickets van een evenwaardig aantal hoog risicopatiënten.
Deze subsidie heeft betrekking op de periode van 1 november 2020 tot en met 31 maart 2021. Verder zal er naast de financiële ondersteuning ook de nodige operationele ondersteuning komen: vlaanderenhelpt.be.
Lokale besturen kunnen individueel een engagement nemen of kunnen zich ook verenigen. Lokaal bestuur Mortsel koos, samen met alle andere gemeenten van de eerstelijnszone ZORA voor optie 1. De invulling van deze optie past immers volledig in de reeds opgemaakte en goedgekeurde samenwerkingsovereenkomst tussen de lokalen besturen van de ELZ ZORA, Altrio Thuisverpleging en de Zorgraad zelf, waarbij de taken werden verdeeld rond covidcoaching, bronopsporing en sensibilisering. De sterke samenwerking met de zorgraad en het triagecentrum in Mortsel en goede verstandhouding met de andere besturen maken dat alle taken kunnen worden opgenomen op een efficiënte én effectieve manier. Met deze samenwerkingsovereenkomst openden we de mogelijkheid tot aanstellen van een Vlaamse field agent binnen de eerstelijnszone en ontsloten we subsidies voor de aanwerving van een COVID-19 projectmedewerker op eerstelijnsniveau. Dit willen we bekrachtigen in onze keuze voor optie 1.
De OCMW-raad hecht goedkeuring aan de samenwerkingsovereenkomst met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid en de keuze voor optie 1 in het kader van de vraag van de Vlaamse overheid rond preventie en bestrijding van COVID-19 door bronopsporing en aan de bijhorende bijlagen, zoals gevoegd als bijlage bij dit besluit.
De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn
De wet van 2 april 1965 inzake de tenlaste neming van de steun door het OCMW
Het Bestuursakkoord voorziet onder actieplan 3.5.3. de invoering van de huurpremie .
De huurpremie is bedoeld voor alleenstaanden en 1 oudergezinnen die langer dan 2 jaar op de wachtlijst van een sociale Woningmaatschappij staan. De invoering van deze premie is voorzien vanaf 2022. Door de extra financiële middelen die Vlaanderen vrijmaakt in het kader van de coronacrisis is er een bedrag beschikbaar van 52.385,56 euro voor sociale projecten.
Dit bedrag geeft de mogelijkheid om de huurpremie versneld toe te kennen.
De OCMW-raad keurt met onmiddellijke ingang het reglement tegemoetkoming in de huurprijs goed.