De vorige zitting van de OCMW-raad vond plaats op 24 oktober 2023. De notulen van de vorige vergadering dienen goedgekeurd te worden.
De OCMW-raad hecht goedkeuring aan de notulen van de OCMW-raad van 24 oktober 2023.
Het huidige reglement van inwendige orde voor de huisartsen in rusthuis Meerminne dateert van 2007 en voldoet niet meer aan de huidige normen die vastgelegd zijn in het woonzorgdecreet.
Het nieuwe algemeen reglement van de medische activiteit met de rechten en plichten van de behandelende artsen die actief zijn in het woonzorgcentrum Meerminnehof omvat de vernieuwde normen zoals beschreven in bijlage 11, artikel 35 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers.
Samengevat omschrijft het algemeen reglement van de medische activiteit minstens de volgende punten (wettelijke bepaald):
1° het engagement van de behandelende artsen om aan te sluiten bij een coherent medisch beleid binnen het woonzorgcentrum, onder andere met betrekking tot het voorschrijven en opvolgen van medicatie en specifiek antibiotica, het verlenen van kwaliteitsvolle zorg, het interdisciplinair overleg, het overleg met de toeleverende apotheker(s), en het overleg met de coördinerend en raadgevend arts en, in voorkomend geval, de coördinerende en adviserende apotheker;
2° de normale openings- en bezoektijden behalve in noodgeval;
3° de contacten met familie;
4° de overlegvergaderingen in het woonzorgcentrum;
5° het bijhouden van het medische dossier van de bewoner inclusief het valideren van het medicatieschema;
6° het gebruik van het geneesmiddelenformularium, onder andere het voorschrijven van de minst dure geneesmiddelen, alsook het gebruik van elektronische voorschriften en de correcte toepassing van de richtlijnen rond antibioticumgebruik;
7° de facturatiemodaliteiten van de honoraria;
8° de informatiedoorstroming in geval van overdraagbare ziekten.
9° de verbintenis om relevante gezondheidsgegevens van hun patiënten interdisciplinair te delen, met toestemming van de bewoner of zijn vertegenwoordiger met het oog op de kwaliteit en de continuïteit van de zorg en ondersteuning van de bewoner.
Woonzorgdecreet van 15 februari 2019.
Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt.
Bijlage 11, artikel 35 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2020, artikel 14/4 §3 omschrijft de functie van de coördinerend en raadgevend arts.
Het reglement van inwendige orde voor de huisartsen in rusthuis Meerminne, goedgekeurd in het bijzonder comité voor woonvoorzieningen voor bejaarden en de dienstencentra op 28 november 2007.
De OCMW-raad heft met ingang van 1 december 2023 het reglement van inwendige orde voor de huisartsen in rusthuis Meerminne, zoals goedgekeurd in het bijzonder comité voor woonvoorzieningen voor bejaarden en de dienstencentra van 28 november 2007, op.
De OCMW-raad hecht met ingang van 1 december 2023 goedkeuring aan het algemeen reglement van medische activiteiten door de behandelende arts in woonzorgcentrum Meerminnehof.
De dagprijzen voor de voorzieningen van het lokaal bestuur worden jaarlijks of, de voorbije twee jaar wegens de hoge inflatie, twee keer per jaar geïndexeerd. Deze indexeringen zijn niet voldoende om aan de hoge prijsstijgingen van de laatste twee jaren tegemoet te komen. In vergelijking tot de dagprijzen van de woonzorgcentra en assistentiewoningen in de regio liggen onze prijzen laag (tot zeer laag voor de assistentiewoningen).
Een dagprijsverhoging moet verantwoord worden aan de hand van een (nieuwe/extra/verhoogde) kost. De aard van de verantwoorde kost bepaalt het type van aanvraag.
Voor het woonzorgcentrum wordt voorgesteld om een aanvraag tot prijsverhoging in te dienen wegens investerings- en andere kosten. Hierin wordt het verlies ten gevolge van personeelskost, verhoogde energiekosten en de nieuwe investeringen in infrastructuur en technologie (bijvoorbeeld: keukenblokken op leefeenheden en ICT) vooropgesteld als verantwoording van een dagprijsverhoging.
De voorwaarden voor een prijsverhoging zijn de volgende:
- begrenzing van de gemiddelde prijsverhoging: deze is beperkt tot de verantwoorde kost en heeft een beperking tot maximum 10% stijging over een periode van 2 jaar;
- begrenzing per kamertype of doelgroep;
- fasering van de prijsverhoging voor bestaande bewoners;
- een prijsstijging kan ten vroegste één jaar na de laatste indexering van de dagprijs, dit betekent dat dit ten vroegste kan vanaf 1 augustus 2024.
Sinds 1 augustus 2023 bedraagt de dagprijs van het woonzorgcentrum 63,13 euro. Deze kan verhoogd worden naar maximaal 69,40 euro met ingang van 1 augustus 2024, mits goedkeuring van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. De dagprijs voor een assistentiewoning bedraagt momenteel 16,49 euro. Deze kan verhoogd worden naar maximaal 18,139 euro, mits goedkeuring van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.
Woonzorgdecreet van 15 februari 2019 en bijhorende uitvoeringsbesluiten (1/01/2020)
Brief van de minister van 10 december 2014 met toelichting rond de bevoegdheidsoverdracht van de prijsbepaling van de ouderenvoorzieningen.
Brief van de minister van 13 maart 2015 in verband met de prijsbepaling in de ouderenzorg en de prijsmededelingen via het e-loket.
Ministerieel Besluit van 12 augustus 2005 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang, hoofdstuk II, art.3 huidige versie 1/6/2023.
Besluit van de OCMW-raad van 20 juni 2023 waarin goedkeuring werd gehecht aan de geïndexeerde dagprijzen voor het woonzorgcentrum en centrum voor kortverblijf Meerminnehof en de assistentiewoningen Meerminne en Ter Linden vanaf 1 augustus 2023.
De OCMW-raad beslist een dossier dagprijsverhoging in te dienen bij het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid in 2024 voor:
- het woonzorgcentrum Meerminnehof;
- het centrum voor kortverblijf;
- de groep assistentiewoningen Ter Linden.
De cluster zorg (kindzorg, buurtzorg, assistentiewoningen, centrum voor kortverblijf en woonzorgcentrum) vertrekt vanuit één visie ‘Met Zorg voor Elkaar’ die zorgt voor de verbinding tussen de medewerkers en de klanten en waarbij er ruimte is voor initiatief van beiden. Deze visie krijgt vorm in een innovatieve arbeidsorganisatie die voorbij gaat aan het opdelen in verschillende hokjes. Op die manier wordt met het hele aanbod van zorg één zorgcontinuüm aangeboden aan de Mortselse burger, zodat die van jong (jonge ouders met kinderen) tot oud kan ondersteund worden op een manier die past bij de behoefte in de levensfase van dat moment. In de nieuwe structuur is er overkoepelend een coördinatieteam. Dit team draagt zorg voor kwaliteit, visie, strategie, personeelsbeleid, welzijn en budget. Ook het team sociale dienst en team administratie werkt overkoepelend. De eerste zorgvraag komt via zorgintake (welzijnsregie: zij verwijzen warm door naar de relevante lokale actoren, waaronder ook onze eigen actor), daar gebeurt de vraagverheldering en mogelijke toeleiding naar de cluster zorg (actor).
De afgelopen jaren is het belang van zorg in de maatschappij sterk naar voor gekomen. Na een aantal zware jaren blijven de omstandigheden binnen de zorgsector nog steeds buitengewoon. De hele zorgsector heeft het moeilijk om nieuw, gekwalificeerd personeel aan te trekken. Ook lokaal bestuur Mortsel worstelt hiermee.
Het huidige personeelstekort doet zich vooral voor in het woonzorgcentrum - in deze context zit
ook de grootste complexiteit qua planning en afwijkende werkuren. Tegelijk hebben de corona jaren gezorgd voor verminderde weerbaarheid bij zorgpersoneel.
Ondanks de verschillende initiatieven zoals 'Schitteren in de zorg’, de jobbeurs die georganiseerd werd, het project zorgplekleren met Avant,... blijft het moeilijk om nieuwe medewerkers te vinden met een hart voor de zorg.
De uitgangspunten van het woonzorgcentrum Meerminnehof zijn en blijven kwaliteitsvolle en betaalbare zorg garanderen voor de Mortselaar, en dit zo financieel gezond als mogelijk. Ondanks inspanningen was er onvoldoende gekwalificeerd personeel in huis om al onze woongelegenheden te bezetten en de kwaliteit die wordt nagestreefd te garanderen. Daarom gaf het MaT een tijdelijk advies aan het college om geleidelijk aan kamers af te bouwen met het oog op kwaliteit en efficiënte personeelsinzet. Dit werd zo optimaal mogelijk gedaan. Hierdoor kwam de Akker, de kleinste afdeling op het gelijkvloers, leeg te staan. Op de andere afdelingen, telkens van 46 bewoners, is nu een volledige bewonersbezetting en personeelsbezetting. Hierdoor kan opnieuw de kwaliteit van voordien gegarandeerd worden.
Het is dan ook opportuun om deze situatie blijvend te verankeren en na te gaan welke mogelijkheden er zijn voor het invullen van het gelijkvloers binnen de cluster zorg.
Het woonzorgcentrum Meerminnehof is erkend voor 118 woongelegenheden. Het centrum voor kortverblijf is erkend voor 3 woongelegenheden. Momenteel zijn er 92 woongelegenheden bezet (waarvan twee voor kortverblijf), verdeeld over twee afdelingen van telkens 46 bewoners met een volledige en efficiënte personeelsbezetting. Op het gelijkvloers bevinden zich 29 kamers.
De bezettingsgraad van bewoners en de zorggraad is bepalend voor de financiering van het normpersoneel en het bovennormpersoneel. Als de bezettingsgraad daalt is er uiteraard minder personeel nodig en wordt er ook minder personeel gefinancierd. Het aantal zorgkundigen is momenteel goed voor norm en bovennorm met de bezetting van 92 bedden. Voordien moest permanent ingezet worden op interimpersoneel en jobstudenten, nu kan er gewerkt worden aan de stabiliteit van vastere teams wat de zorg voor de bewoners ten goede komt. Het aantal verpleegkundigen situeert zich net onder de norm (1 FTE). Deze norm is wel compenseerbaar met personeel voor reactivatie of zorgkundige profielen. Hierdoor kan opnieuw de kwaliteit van voordien gegarandeerd worden en is er terug zuurstof in de daarvoor krappe personeelsbezetting.
Wat de overige personeelscategorieën betreft dwingt de daling van het aantal bewoners/bedden ook om een optimalisatie door te voeren. Deze optimalisatie situeert zich bij het reactivatiepersoneel en paramedici en bij de begeleiders wonen en leven (animatiepersoneel). In totaal zou het hier om een afbouw wegens reorganisatie gaan van circa 1,5 FTE. Voor de groep van logistieke medewerkers wordt de personeelsbezetting geoptimaliseerd door niet te vervangen bij langdurige ziekte of pensionering. Er wordt wel instroom voorzien via sociale tewerkstelling (artikel 60, zij-instromers, stages).
Omdat het kunnen aanbieden van enkele kamers kortverblijf (tijdelijk verblijf voor een zorgbehoevende in een woonzorgcentrum) een belangrijke schakel is of kan zijn in het zorgcontinuüm tussen thuiszorg en woonzorg, is er de voorkeur om dit voor twee woongelegenheden te behouden. Dit betekent de stopzetting van de capaciteit van één woongelegenheid kortverblijf.
Omwille van de efficiënte werking en de mogelijkheid om het gelijkvloers een andere bestemming te geven, wordt voorgesteld om de erkende capaciteit van het woonzorgcentrum van 118 woongelegenheden af te bouwen met 28 woongelegenheden.
De afbouw van woongelegenheden betekent een daling van inkomsten voor het WZC. Deze daling wordt gedeeltelijk gerecupereerd via de daling van de personeelskosten en operationele kosten. De aard van de invulling van de leeggekomen kamers is daarom van belang.
De stopzetting van een gedeelte van de uitbating van het WZC/CVK moet minstens drie maanden voor de stopzetting worden meegedeeld aan het VAZG en heeft tot gevolg dat de programmatie voor de voorziening verdwijnt.
Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 betreffende de procedures voor woonvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, art.25.
Besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 2020 tot vastlegging van de procedure voor het verlenen van voorafgaande vergunningen en planningsvergunningen voor lokale dienstencentra, centra voor dagopvang van een dienst voor gezinszorg, centra voor dagverzorging, centra voor kortverblijf, centra voor herstelverblijf of woonzorgcentra, en tot bepaling van de elementen van de globale zorgstrategische visie voor deze voorafgaande vergunningen.
De OCMW-raad hecht goedkeuring aan de afbouw van erkende woongelegenheden voor het Meerminnehof van 118 naar 90 woongelegenheden en voor het centrum voor kortverblijf van drie naar twee woongelegenheden. Gelijktijdig beslist de OCMW-raad om een aanvraag voorafgaande vergunning voor deze al dan niet tijdelijke capaciteitsvermindering in te dienen bij het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.
De OCMW-raad hecht goedkeuring aan de optimalisatie van de personeelsbezetting gekoppeld aan de bewonersbezetting.
Ondanks de geleverde inspanningen om voldoende gekwalificeerd personeel aan te trekken om alle woongelegenheden te bezetten en de nagestreefde kwaliteit te garanderen, was er de noodzaak om het aantal woongelegenheden geleidelijk aan af te bouwen. Zo wordt de nachtdienst bijvoorbeeld niet meer met drie maar met twee medewerkers gedaan. Ook overdag werd de organisatie van het personeel aangepast en kan er betere zorg geboden worden met een voltallig team wanneer een afdeling volledig bezet is. Daarom is het gelijkvloers, de kleinste leefeenheid, geleidelijk aan leeg komen te staan.
In zitting van 28 november 2023 besliste de OCMW-raad tot afbouw van de erkende woongelegenheden voor het Meerminnehof en voor het centrum voor kortverblijf.
Het is opportuun om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor het invullen van het gelijkvloers van het Meerminnehof binnen de cluster zorg.
De cluster zorg (kindzorg, buurtzorg, assistentiewoningen, centrum voor kortverblijf en woonzorgcentrum) vertrekt vanuit één visie ‘Met Zorg voor Elkaar’. Op die manier wordt met het hele aanbod van zorg één zorgcontinuüm aangeboden aan de Mortselse burger. Met de verhuis van de diensten van het lokaal bestuur naar het vernieuwde stadhuis en de welzijnscampus in het vooruitzicht, is het belangrijk dat ook de medewerkers van de cluster zorg gezamenlijk worden gehuisvest.
De denkoefening wordt opgestart om alle zorgdiensten in het woonzorgcentrum te vestigen. De A-blok op het gelijkvloers wordt hiervoor bekeken. Samen met de cluster ruimte wordt de oefening gemaakt om de ruimtes voor personeel zo efficiënt én zo polyvalent mogelijk in te vullen. De maatschappelijk werkers en administratieve medewerkers van buurtzorg en kindzorg en de buurtzorgteams zullen in de toekomst hier een werkplek en uitvalsbasis krijgen. Dit geeft eveneens een opportuniteit om collectieve gezinsopvang te organiseren. Gezinszorg die aan individuele cliënten wordt geleverd door een verzorgende kan collectief worden aangeboden. Het uurtarief van de verzorgende wordt dan verdeeld over de cliënten.
Bijkomend wordt er via de gesubsidieerde projecten 'schitteren in de zorg' en 'zorgplekleren' ingezet op het aantrekken van nieuwe zorgmedewerkers via opleiding, zij-instroom,... In het project zorgplekleren volgen studenten van het laatste jaar zorgkundige een opleiding op de werkvloer. Hiervoor wordt een leslokaal en een skillslab voorzien. Gezien de huidige krapte op de arbeidsmarkt is het de bedoeling om innovatief in te zetten op een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en de talenten en competenties te versterken vanuit hybride leeromgevingen.
In de vrijgekomen kamers van blok B wordt de mogelijkheid onderzocht om zorgflats te realiseren, dit zijn assistentiewoningen binnen een WZC. In een erkende assistentiewoning kunnen 65-plussers zelfstandig wonen. Tegelijk is het een woning die aangepast en veilig is: er zijn handgrepen in toilet en douche, er is een oproepsysteem om hulp in te roepen,... Bewoners kunnen een beroep doen op gemeenschappelijke diensten, zoals poetshulp, warme maaltijden, gezinszorg of thuisverpleging. Er zijn ook gemeenschappelijke ruimtes waar ontmoeting kan plaatsvinden.
Op de bestaande leefeenheid van het WZC kunnen mogelijks twee kamers omgebouwd worden tot een assistentiewoning. Een sanitaire cel moet dan omgebouwd worden tot keukentje.
Op de B kant van het gelijkvloers van het gebouw kunnen maximum 11 flats gecreëerd worden. Aan heel wat infrastructurele voorwaarden is voldaan. Er is geen extra personeelsinzet nodig en toezicht, crisiszorg en overbruggingszorg is gegarandeerd. Beloproepen kunnen snel beantwoord worden. Bewoners van een assistentiewoning kunnen gebruik maken van de gemeenschappelijke ruimtes van het WZC (cafetaria, ontmoetingsruimte, maaltijden…).
Het realiseren van deze acties zou een mooie aanvulling betekenen op het zorgaanbod en het creëren van een zorgcampus.
Woonzorgdecreet van 15 februari 2019.
Besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers, hoofdstuk 3 en bijlage 10.
De OCMW-raad gaat akkoord met het principe om de leeggekomen ruimtes in het woonzorgcentrum Meerminnehof anders in te vullen waarbij:
- de diensten van de cluster zorg gezamenlijk worden gehuisvest;
- er 11 zorgflats (assistentiewoningen) worden gerealiseerd door het ombouwen van de bestaande kamers.
Met de omzendbrief van 24 november 1997 werd de rol van de lokale adviescommissie met betrekking tot het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water omschreven.
In elke Vlaamse gemeente werd de lokale adviescommissie (LAC) in het leven geroepen. De LAC moet voorkomen dat huishoudelijke klanten afgesloten worden van elektriciteit, gas of water. De LAC vergadert om advies te geven en een oplossing te zoeken wanneer een netbeheerder een verzoek tot afsluiting van elektriciteit of aardgas indient of een klant een verzoek tot heraansluiting indient.
Het besluit van de Vlaamse regering van 16 september 1997 bepaalt dat een raadslid in het bijzonder comité voor de sociale dienst moet zetelen om kandidaat te kunnen zijn voor de lokale adviescommissie. Gitta Vanpeborgh werd door de raad aangeduid voor de LAC water, Tim Robaye werd door de raad aangeduid voor de LAC gas en elektriciteit. Door het ontslag van Gitta als voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst (BCSD) is het noodzakelijk om in haar vervanging te voorzien voor de LAC water.
Volgende raadsleden die zitting hebben in het bijzonder comité voor de sociale dienst zijn kandidaat om als afgevaardigde voor OCMW Mortsel te zetelen in de lokale adviescommissie water:
- Amarildo Vllazeria, voorzitter BCSD en schepen voor Vooruit - I Love Mortsel
De omzendbrief van 24 november 1997 gebaseerd op het decreet van 20 december 1996 (BS 8 februari 1997) beschrijft de rol van de lokale adviescommissie.
Artikel 2 van het besluit Vlaamse regering van 16 september 1997 betreffende de samenstelling en de werking van de lokale adviescommissie en latere wijzigingen omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water bepaalt dat de samenstelling ervan.
Raadsbesluit van 29 januari 2019 waarin voor de periode 2019-2024 mevrouw Gitta Vanpeborgh, lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst werd aangeduid voor de lokale adviescommissie water.
Raadsbesluit van 30 maart 2021 waarin voor de periode 2019-2024 de heer Tim Robaye, lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst werd aangeduid voor de lokale adviescommissie gas en elektriciteit.
De OCMW-raad duidt de heer Amarildo Vllazeria, voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, aan voor de lokale adviescommissie water voor de resterende duur van de legislatuur 2019-2024.
OCMW Mortsel is lid van IGEAN milieu en veiligheid en wordt opgeroepen deel te nemen aan de algemene vergadering van IGEAN milieu en veiligheid op 20 december 2023.
Raadsbesluit van 26 februari 2019 waarin voor de periode 2019-2024 mevrouw Vera De Hert, raadslid, werd aangeduid als volmachtdrager en de heer Koen Dehaen, lid van het vast bureau, als plaatsvervangend volmachtdrager om namens OCMW Mortsel deel te nemen aan de algemene vergaderingen van IGEAN milieu en veiligheid.
De OCMW-raad neemt akte van de agenda van de buitengewone algemene vergadering van IGEAN milieu en veiligheid van 20 december 2023, die er als volgt uitziet:
1. goedkeuren van de nota met de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor 2024;
2. goedkeuren van de begroting 2024;
3. innovatiefonds - bepalen bijdrage 2024;
4. aanduiden bestuurder met raadgevende stem;
5. toetreding aanvaarden van IVEBICA;
6. benoemen leden adviescomités.
De raad hecht goedkeuring aan de voorstellen van besluit zoals opgenomen in voormelde agenda.
Mevrouw Vera De Hert, raadslid, wordt aangeduid als volmachtdrager en de heer Koen Dehaen, lid van het vast bureau, als plaatsvervangend volmachtdrager om namens de OCMW Mortsel deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van IGEAN milieu en veiligheid op 20 december 2023 (of iedere andere datum waarnaar de vergadering uitgesteld of verdaagd zou worden).
De vertegenwoordiger van het OCMW die fysiek dan wel digitaal zal deelnemen aan de buitengewone algemene vergadering van IGEAN milieu en veiligheid op 20 december 2023 (of iedere andere datum waarnaar de vergadering uitgesteld of verdaagd zou worden) moet zijn/haar stemgedrag afstemmen op de beslissingen genomen door de raad in verband met de te behandelen agendapunten.
OCMW Mortsel is lid van IGEAN dienstverlening en wordt opgeroepen deel te nemen aan de algemene vergadering van IGEAN dienstverlening op 20 december 2023.
Raadsbesluit van 26 februari 2019 waarin voor de periode 2019-2024 mevrouw Vera De Hert, raadslid, werd aangeduid als volmachtdrager en de heer Koen Dehaen, lid van het vast bureau, als plaatsvervangend volmachtdrager om namens de OCMW Mortsel deel te nemen aan de algemene vergaderingen van IGEAN dienstverlening.
De OCMW-raad neemt akte van de agenda van de buitengewone algemene vergadering van IGEAN dienstverlening van 20 december 2023, die er als volgt uitziet:
1. goedkeuren van de nota met de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor 2024;
2. goedkeuren van de begroting 2024;
3. benoemen bestuurder;
4. toetreding aanvaarden van IVEBICA.
De raad hecht goedkeuring aan de voorstellen van besluit zoals opgenomen in voormelde agenda.
Mevrouw Vera De Hert, raadslid, wordt aangeduid als volmachtdrager en de heer Koen Dehaen, lid van het vast bureau, als plaatsvervangend volmachtdrager om namens OCMW Mortsel deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van IGEAN dienstverlening op 20 december 2023 (of iedere andere datum waarnaar de vergadering uitgesteld of verdaagd zou worden).
De vertegenwoordiger van het OCMW die fysiek dan wel digitaal zal deelnemen aan de buitengewone algemene vergadering van IGEAN dienstverlening op 20 december 2023 (of iedere andere datum waarnaar de vergadering uitgesteld of verdaagd zou worden) moet zijn/haar stemgedrag afstemmen op de beslissingen genomen door de OCMW-raad in verband met de te behandelen agendapunten.
Om de brandveiligheid in het woonzorgcentrum Meerminnehof te garanderen, dringt de herstelling van een groot aantal brandwerende deuren zich op. De brandwerende deuren hebben nooit degelijk gefunctioneerd. Conix RDBM, de oorspronkelijke ontwerper, heeft kosteloos een technisch bestek opgemaakt om deze te laten herstellen.
Dit bestek maakt deel uit van het plan van aanpak om het WZC Meerminnehof brandveilig te maken. De brandweer gaf een gunstig advies voor dit bestek.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 140.000,00 euro niet). De opdracht wordt geplaatst bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Besluit van de Vlaamse regering van 9 december 2011 tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan ouderenvoorzieningen en centra voor herstelverblijf moeten voldoen: ouderenvoorzieningen, lokale dienstencentra en centra voor herstelverblijf.
De OCMW-raad hecht goedkeuring aan de lastvoorwaarden van bijzonder bestek 2023 W 26 voor de herstelling van de brandwerende deuren in woonzorgcentrum Meerminnehof en beslist de opdracht te plaatsen bij wijze van onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking tegen een geraamd totaalbedrag van 112.000,00 euro, incl. BTW.
De raad voor maatschappelijk welzijn heeft op 20 juni 2023 de jaarrekening 2022 vastgesteld. De jaarrekening werd gepubliceerd op de website van de gemeente. Het gemeentebestuur bracht de toezichthoudende overheid op de hoogte van deze publicatie op 21 juni 2023 en bezorgde de digitale rapportering op 28 juni 2023.
Op basis hiervan onderzocht het Agentschap Binnenlands Bestuur de jaarrekening. Het nazicht heeft niet geleid tot formele vaststellingen. Een aantal technische bemerkingen werden geformuleerd.
Bij besluit van 6 november 2023 keurde de gouverneur de jaarrekening goed.
De OCMW-raad neemt akte van het besluit van de gouverneur van 6 november 2023 tot goedkeuring van de jaarrekening over het boekjaar 2022 van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Mortsel.
De REMI-tool van CEBUD diagnosticeert op wetenschappelijk onderbouwde wijze de financiële behoeftigheid van cliënten. Het stelt maatschappelijk assistenten in staat om gezinsinkomsten en noodzakelijke gezinsuitgaven met elkaar te vergelijken op een gestructureerde en uniforme manier op maat van iedere cliëntsituatie. REMI maakt hiervoor gebruik van referentiebudgetten. Dit zijn geprijsde korven van goederen en diensten die illustreren wat gezinnen minimaal moeten uitgeven om aan alle behoeften te kunnen voldoen die noodzakelijk zijn om volwaardig en menswaardig aan de samenleving te participeren.
REMI maakt een meer gelijkwaardige hulpverlening mogelijk omdat het vertrekt van een gemeenschappelijke visie op menselijke waardigheid. Daarnaast moedigt de tool maatschappelijk assistenten aan om zorgvuldig maatwerk te leveren en geeft het hun voldoende autonomie om gemotiveerde voorstellen te doen over de meest gepaste hulpverlening. Het biedt hen ook een objectief kader om hulpverlening op maat te organiseren.
OCMW Mortsel implementeerde deze tool in 2019.
POD Subsidie
Vanwege de positieve ervaringen van de zogenaamde early adopters, waartoe Mortsel behoort, wenst de federale regering deze tool uit te rollen over alle OCMW’s door hen daarbij financieel te ondersteunen.
Om de OCMW's in staat te stellen financiële steun toe te kennen die een persoon nodig zou hebben om volledig deel te nemen aan de samenleving en een leven te leiden in overeenstemming met de menselijke waardigheid, heeft de POD MI – voor de OCMW’s die dat wilden – het REMI-instrument gratis ter beschikking gesteld én heeft het voorzien in extra financiële steun om toe te kennen in overeenstemming met en met behulp van dit instrument. Deze subsidie is beperkt in de tijd en loopt van 1 mei 2023 tot 31 december 2024, weliswaar verlengbaar voor een tweede projectjaar.
De POD MI zal zowel een financiële als een kwalitatieve controle uitvoeren. Er zal een kruiscontrole worden uitgevoerd tussen de gegevens van de behoeftediagnose zoals uitgevoerd door de REMI-tool en de verklaringen van de OCMW's in het Uniek Jaarverslag. Het doel van deze controle is na te gaan of de REMI-tool daadwerkelijk gebruikt werd, wat een voorwaarde is voor het verkrijgen van bijkomende steun van de POD MI.
Afsprakenkader
Om doeltreffende begeleiding te verlenen in overeenstemming met de beleidsrichtlijnen van de lokale overheid, vereist het gebruik van REMI interne richtlijnen. Het gaat hierbij om richtlijnen met betrekking tot het bepalen van de doelgroep, de in aanmerking te nemen inkomsten en uitgaven en de richting van de te nemen beslissingen inzake aanvullende financiële steun.
Dit afspraken- en beslissingskader dient als instrument voor een goed gebruik van de REMI-tool. Het voorziet een beschrijving van de aard van de afspraken en de beslissingen die moeten worden genomen. Deze afspraken zijn niet altijd eenduidig en dienen veelal ook op teamniveau te worden beslist tijdens een dossierbespreking. Het gaat hierbij om afspraken met betrekking tot de doelgroep, het gezinsinkomen en de gezinsuitgaven.
Het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst gaf op 23 oktober 2023 positief advies over dit afsprakenkader.
Koninklijk besluit van 22 januari 2023 houdende een toelage voor het gebruik van de REMI-tool om aanvullende financiële steun te verlenen aan OCMW-begunstigden.
Omzendbrief van 10 maart 2023 betreffende het koninklijk besluit van 22 januari 2023 houdende een toelage voor het gebruik van de REMI-tool om aanvullende financiële steun te verlenen aan OCMW-begunstigden.
Ministerieel besluit van 18 april 2023 ter uitvoering van artikel 2 van het koninklijk besluit van 22 januari 2023 houdende een toelage voor het gebruik van de REMI-tool om aanvullende financiële steun te verlenen aan OCMW-begunstigden.
De OCMW-raad bekrachtigt het afsprakenkader betreffende het gebruik van de REMI-tool, zoals gevoegd als bijlage bij dit besluit.
Het meerjarenplan voorziet onder actie 3.2.2.4 de samenwerking met een psycholoog met het oog op het uitwerken van een eerstelijnspsychologisch aanbod naar de cliënten van de sociale dienst toe.
Lokaal bestuur Mortsel is promotor van het Europees Sociaal Fonds (ESF) project van ZORA Werkt!, de interlokale vereniging voor arbeidsbegeleiding. Het ESF project voorziet een financiering van een halftijdse psycholoog binnen de werking van ZORA Werkt!. De financiering is voorzien vanaf 2021 tot en met 2023.
VAGGA (Vereniging Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg Antwerpen) en Andante zijn twee centra voor geestelijke gezondheid (CGG's) binnen het arrondissement Antwerpen. Tussen VAGGA en Andante zijn werkafspraken gemaakt in die zin dat VAGGA verantwoordelijk is voor de verslavingszorg en zorg in verband met interpersoonlijk grensoverschrijdend gedrag. VAGGA heeft rond deze problematieken ruime deskundigheid opgebouwd en beschikt over een competent team. Het zijn deze problematieken die OCMW Mortsel in hoge mate bij haar cliënteel vaststelt.
De samenwerking met VAGGA voorziet in een psycholoog die door VAGGA wordt aangeworven met het oog op het uitoefenen van de eerstelijnspsychologische functie naar de cliënten van de sociale dienst en ZORA Werkt! toe en het geven van
advies en begeleiding aan de maatschappelijk werkers.
Volgende overeenkomsten werden reeds afgesloten met VAGGA:
- een eerste overeenkomst betreffende een halftijdse terbeschikkingstelling voor een psycholoog van VAGGA voor een jaar met ingang vanaf 1 juli 2021; deze overeenkomst werd verlengd tot en met 31 december 2023;
- een tweede overeenkomst, eveneens voor een halftijdse terbeschikkingstelling voor een psycholoog, werd afgesloten in het kader van ZORA Werkt!. Deze overeenkomst ging in op 1 juli 2021 en eindigt op 31 december 2023.
De financiering van de kosten van de psycholoog gebeurde tot nu toe via het Europees Sociaal Fonds. Deze vorm van subsidiëring wordt met ingang van 1 januari 2024 vervangen door een subsidiëring van een lokaal partnerschap WSE waartoe ook VAGGA behoort. De financiering van de halftijdse psycholoog voor ZORA Werkt! is bijgevolg verzekerd tot en met 2030.
Om de dienstverlening van de psycholoog te kunnen verder zetten voor de dienst welzijn, dient een nieuwe samenwerkingsovereenkomst te worden afgesloten. Het is aangewezen om de overeenkomst af te sluiten voor onbepaalde duur met de mogelijkheid tot opzegging met een opzegtermijn van zes maanden.
De OCMW-raad hecht goedkeuring aan de verlenging van de overeenkomst met VAGGA voor de terbeschikkingsstelling van een eerstelijnspsycholoog voor de dienst Welzijn vanaf 1 januari 2024 voor onbepaalde duur.
Deze overeenkomst kan opgezegd worden mits naleving van een opzegtermijn van 6 maanden.