Een bewoner van Koeisteerthofdreef 30 heeft een aanvraag ingediend om een parkeerplaats voor mindervaliden voor te behouden.
Momenteel beschikt de woning nog over een oprit die hoort bij een vergunde garage. Deze garage is omgebouwd naar een woonfunctie. Hiervoor zal een regularisatie via een omgevingsvergunning worden aangevraagd waardoor na het verlenen van deze vergunning de oprit moet worden verwijderd (behoud is in strijd met de gemeentelijke bouwcode) en er geen eigen parkeerplaats voor de mindervalide bewoonster meer beschikbaar is.
Wanneer de oprit verwijderd is voldoet de aanvraag aan de vereisten om in aanmerking te komen voor de toekenning van een plaats voor mindervaliden. Dit aanvullend reglement treedt dus pas in werking vanaf de verwijdering van de huidige oprit.
De wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968.
Het koninklijk besluit van 1 december 1975 betreffende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
Het decreet van 16 mei 2008 en het uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
De omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor voertuigen gebruikt door personen met een handicap.
Omzendbrief van 25 april 2003 gaat over de plaatsing van het parkeervak (verkeersbord , schildering in blauwe kleur en/of logo mag maar moet niet).
Het college keurt het aanvullend reglement betreffende de politie over het wegverkeer, parkeerplaats voor mindervaliden, Koeisteerthofdreef 30 goed. Het verkeersbord E9a wordt aangebracht.
Dit aanvullend reglement treedt in werking vanaf het verwijderen van de huidige oprit.
Indien er zich wijzigingen voordoen in de persoonlijke situatie van de aanvrager waardoor er geen noodzaak meer is om de parkeerplaats voor mindervaliden te behouden dient het stadsbestuur hiervan op de hoogte gebracht te worden zodat de parkeerplaats opgeheven kan worden. Mogelijke redenen zijn overlijden, verhuis of een wijziging in de situatie waardoor er niet meer voldaan wordt aan de criteria van het ministerieel besluit.